230516 Groot en klein

Grotekarekiet160523

* Grote karekiet, Acrocephalus arundinaceus, Great Reed Warbler, Rousserolle turdoïde, Drosselrohrsänger *
* Kleine karekiet, Acrocephalus scirpaceus, European Reed Warbler, Rousserolle effarvatte, Teichrohrsänger *
Twee karekieten in Zoetermeer. De zeldzame grote karekiet (boven) vanmorgen in de Nieuwe Driemanspolder
en de kleine karekiet gisteren langs de Benthuizerplas. In de rietkragen rond die natuurplas zitten veel kleintjes.

Op de bekende website waarneming.nl staat dat de grote karekiet een ‘vrij algemene’ vogel is.
Een kwalificatie die toch wel eens aangepast mag worden. Met nog maar zo’n honderd broedparen
is de grote karekiet een ernstig bedreigde soort geworden. In 1950 waren er nog zo’n vijfduizend territoria.

In Zoetermeer zit zo’n rietlijster met zijn luide zang te krassen naar een voorbij vliegend vrouwtje.
Dat karakteristieke ‘karrekarrekiet’ heeft ook een sterke aantrekkingskracht op vogelaars en fotografen.
Hopelijk houden ze voldoende afstand om een vrouwtje de kans te geven het rietkraagje in te duiken.

De zang is verreweg het belangrijkste verschil tussen de grote en de talrijke kleine karekiet:
Sovon schrijft in de Vogelatlas dat hun aantal broedparen wordt geschat op 140.000 tot 240.000 paren!
Je hoort en ziet de rietvink of rietmus nu overal zijn zachtere liedje in het riet ten gehore brengen.
Qua kleur verschillen ze niet veel. De grote is zo’n vijf cm groter, grotere kop, een lange licht oogstreep,
de snavel is langer en zwaarder en aan de onderkant van de punt zit vaak een donker vlekje.


* Kievit, Vanellus vanellus, Northern Lapwing, Vanneau huppé, Kiebitz *
Op 27 april zag ik dat de geringde kievit W87 op Prisma in Bleiswijk drie piepjonge kuikentjes had.
Gistermiddag was ik er weer en tot mijn verbazing zag ik dat alle drie de kuikentjes er nog waren.
‘Verbazing’ omdat het daar krioelt van de kraaiachtigen en de meeuwen en dan is de overlevingskans klein.
De jonkies zijn nu bijna drie weken oud. Het duurt nóg drie weken voordat ze vliegvlug zijn.


* Bruine kiekendief, Circus aeruginosus, Western Marsh Harrier, Busard des roseaux, Rohrweihe *
Ook bruine kiekendieven zijn geduchte rovers van jonge weidevogels. Vrouwtje zaterdag op jacht in Zoeterwoude.


* Kluut, Recurvirostra avosetta, Pied Avocet, Avocette élégante, Säbelschnäbler *
De drie jonge kluten op de Benthuizerplas hebben de verhuizing door hun ouders waarschijnlijk niet overleefd.
Ik heb enkele dagen gezocht, maar vrijdag schreef ik al dat de evacuatie een mission impossible was:
de kuikentjes werden naar een wetering met hoge beschoeiing gebracht waar geen voedsel voor ze te vinden was.
Op de foto een opname van het alarmerende vrouwtje (sterk gebogen snavelpunt): het was druk op het fietspad.


* Gierzwaluw, Apus apus, Common Swift, Martinet noir, Mauersegler *
De laatste dagen van april is het tijdstip waarop gierzwaluwen van oudsher al gierend ons land binnenvliegen.
Zou door de klimaatverandering hun gedrag ook veranderen? Foto vanmorgen in Zoetermeer. Zwaluw kwam heel dichtbij!



* Zwartrugrenspin, Philodromus dispar, House Crab-Spider, Philodrome disparate, Zweifarb-Flachstrecker *
In de voortuin zaterdag een vrouwtje zwartrugrenspin (bruin) en in de achtertuin een mannetje. Ca. een halve cm.
Het vrouwtje wilde geduldig wachten om op de foto te komen, het mannetje niet: heb hem even in een glas gezet.
Ik weet dat niet iedereen gek is op spinnen, maar dat contrast tussen zwart en wit is toch prachtig!



* Muntvlindertje, Pyrausta aurata, Mintmoth, Pyrale de la menthe, Goldzünsler *
* Vuurjuffer, Pyrrhosoma nymphula, Large Red Damselfly, Nymphe au corps de feu, Frühe Adonislibelle *
Het rijtje coniferen in onze voortuin is maar zo’n drie meter lang, anderhalve meter hoog en een meter breed.
Toch heb ik in die groene haag al best veel insecten gezien en gefotografeerd. De afgelopen dagen twee kleurrijke:
het fraaie muntvlindertje (een grasmot van max. 1,5 cm) en een even mooi gekleurde vuurjuffer.