Kramsvogels (Turdus pilaris, Fieldfare) zie je overal in de polders en op gazons.
Er is op dit moment een geweldige verplaatsing aan de gang van overwinterende kramsvogels.
Waar je ook in de polders om je heenkijkt: je ziet ze nu overal foerageren
op plekken waar de sneeuw verdwenen is of de sneeuw niet al te dik is.
Vandaag zag ik er in de polders in mijn omgeving alleen al enkele duizenden.
De vogels zijn door de zware sneeuwval in Noord- en Oost-Europa naar het zuiden gevlucht.
Ook ganzen zie je nu bijvoorbeeld in de niet zo zwaar besneeuwde polders bij mij
in grote aantallen, ook duizenden, voornamelijk brand-, kol- en grauwe ganzen.
In 'normale' jaren zie je er lang niet zo veel, dan zitten ze noordelijker. Ze zijn opvallend schrikachtig,
ze vliegen al van verre op. Anders kon ik nog wel eens een ring aflezen, nu lukt dat niet.
Hoe dat komt? In elk geval is het verfoeilijke afschieten van ganzen een belangrijke reden.
Wie wat meer wil lezen over de 'sneeuwtrek': surf eens naar de VWG Het Gooi e.o.
en kijk voor aantallen die langstrekken (ook in België en andere landen) op Trektellen.nl.
Koperwieken (Turdus iliacus, Redwing) zie je vrijwel niet meer, die zitten al zuidelijker.
Vanmorgen trof ik nog enkele achterblijvers in de Geerpolder in Zoeterwoude.
In de Vliet tegenover de Starrevaart vandaag drie nonnetjes (Mergellus albellus, Smew, females).
Hazen (Lepus europaeus, Brown Hare) kunnen urenlang op dezelfde plek liggen.
Dit stel trof ik dit weekend 's morgens vroeg en tegen de avond langs de Broekweg.
Inderdaad, ze hadden zich nagenoeg niet verplaatst. Ook vanmorgen zag ik ze er weer.
Nu het ijs aan het verdwijnen is keren roerdompen (Botaurus stellaris, Great Bittern) terug van open water
naar smalle rietkragen en kleine slootjes waar ze weer bij hun voedsel kunnen. Foto gisteren.
