jan02_11

Vrijdag 11 januari 2002 – Zwanen

Aanlokkelijk was het vanmorgen niet, grauwe lucht, mistige vertes, koude miezer. Maar Aad Z. reed de taxi voor en ik hoefde slechts in te stappen, onwetend over de bestemming. Een paar keer tuften we over een verboden weggetje, ik kreeg een sightseeing door de polders, ons geliefde vogelgebied. Verwacht daar geen ‘spectaculaire’ waarnemingen, maar heb je wel eens rustig gekeken naar een kudde grazende smienten? In een ongelooflijk tempo worden tal van grassprieten tot pulp gekauwd, ze vreten zich vol omdat de hormonen al beginnen te werken en ze over een poosje in topconditie willen zijn voor de verzorging van het nageslacht.

Zo genoten we ook van een zanglijster die bij de Amaliahut in het Spookverlaat een rozeachtige slak op zijn aambeeld aan het kapotslaan was. Verbeeldde ik me het of kon ik van z’n snuit aflezen dat hij het hapje een culinair hoogstandje vond? Een twintigtal putters deed zich te goed aan elzenproppen, de verdroogde vruchtvezels van elzenbomen, twee roodborstjes waren aan het schermutselen, een grote bonte specht hakte driftig in een omgehakte tak en een pimpelmees consumeerde in hoog tempo etenswaar uit een verrotte tak, langwerpige, bijna een centimeter lange gele larven of iets dergelijks.

Grotebontespecht_vr110102

Een vrouwtje grote bonte specht (Dendrocopos major, female) op een horizontale tak, meestal geven ze de voorkeur aan verticaal hout.

Pimpelmees110102

Pimpelmees (Parus caeruleus) wringt zich in bochten om uit de onderzijde van een tak voedsel te peuren.

De tocht voerde vervolgens richting Nieuwkoop. Hadden we in de polders rond het Spookverlaat al flinke aantallen knobbel- en kleine zwanen gezien, in de Polder aan de Westzijde te Aarlanderveen en de aangrenzende Polder Nieuwkoop domineerden die gracieuze vogels de weilanden. Knobbelzwanen, Midden-Europese vogels die hier overwinteren, kleine zwanen uit de verre Siberische toendra’s en wilde zwanen uit Noord-Europa, als overwinteraar in ons land nog zeldzamer dan de kleine zwanen.

Een kleine zwaan had een blauwe halsring, de vogel zat op zo’n vierhonderd meter, we konden het nummer nét niet aflezen, als we de telescoop uit de wind hadden kunnen zetten zou het wellicht gelukt zijn. Het was het enige smetje op een heerlijk poldertochtje. We hebben in 4 polders geteld, in totaal 153 knobbelzwanen (de juveniele niet apart genoteerd), 192 kleine zwanen (152+40) en 46 (29+17) wilde zwanen.

Wildezwanen110102

Wilde zwanen (Cygnus cygnus) zijn even groot als knobbelzwanen, hebben een lange en rechte snavel met geel dat onder het neusgat doorloopt. Vanmiddag zagen we diverse ‘gemengde’ groepen en dan valt de lange hals van de wilde zwaan ten opzichte van de kleine zwaan goed op.