140924 Willeskop

Zilverplevier230914

Zilverplevier230914C
Goudplevieren zie je in de polders soms met vele honderden tegelijk, maar zilverplevieren niet.
Zilverplevieren (Pluvialis squatarola, Pluvier argenté, Grey Plover) broeden veel noordelijker,
in hoogarctische toendra's. Een aantal overwintert in West-Europa, de meeste trekken door naar Afrika.
Ze zijn groter en grijzer dan de geelbruine goudplevieren, en hebben een zwaardere snavel.
Een enkele maal zie ik in de polders zo'n zilverplevier, zoals deze in natuurgebied Willeskop.

Gisteren ben ik naar een heel karakteristiek, en vooral rustig, natuurgebied geweest: Willeskop, Lopikerwaard.
Een 'nieuw' gebied voor mij, dacht ik, al is het maar een half uur rijden. Toen ik aankwam op de P-plaats
aan de kant van Oudewater (je kan er ook lopend komen via Montfoort of Benschop), realiseerde ik me
dat ik hier jaren geleden al eens was geweest. Houtkaden die door een waterrijk en moerassig weidegebied lopen,
het deed mij denken aan de smalle tiendwegen tussen de weilanden in mijn geboortestreek, de Alblasserwaard.

Over één van die kaden in Willeskop kan je heerlijk langs water en slikrandjes wandelen, er staat een uitkijktoren.
Staatsbosbeheer noemt dit gebied ook wel een 'vogelmagneet' omdat er jaarrond zo veel vogels verblijven.
Inderdaad honderden vogels. Maar het was er relatief toch stil, zoals overal met het huidige rustige weertype.
Hoewel, een zilverplevier blijft buiten de kustgebieden en de delta's een behoorlijk bijzondere waarneming.

Ook vlogen er argusvlinders, een soort die in ons land aan het verdwijnen is. En een bruine glazenmaker.
De ijsvogel die op circa drie meter voor mijn krukje op een tak ging zitten, kwam te dichtbij voor een foto!
Een loslopende hond veroorzaakte veel onrust. De 'schiettenten' net buiten het gebied deden vreemd aan:
je legt 'natuur' aan en op tien meter naast je zitten jagers om ganzen/eenden uit dat gebied af te knallen.

Gewonesnuitvlieg230914
In de 'pispotjes' (haagwinde, Convolvulus sepium) langs de houtkade zaten gewone snuitvliegen
(Rhingia campestris, Rhingie champêtre, a Hoverfly) te snoepen van de nectar. Omdat hij met zijn snuit
diep in de nectar kan komen, wordt hij in het Engels wel Heineken Fly genoemd: diep in het glaasje kijken.

Grotestinkzwam100914
Soms wandel/fiets je door bos of park en bespeur je tussen vermolmd hout  een onwelriekende, weëige lucht.
Grote kans dat er dan een grote stinkzwam (Phallus impudicus, Satyre puant, Stinkhorn) staat.
De aasgeur trekt insecten aan die zorgen voor de verspreiding van de sporen. Foto op park Lanka, Drenthe.
De stinkzwam ontspringt uit een knol (onderaan), een zgn. duivelsei, en groeit in enkele uren tot wel twintig cm!

Bruinrodeheidelibel090914
Rode heidelibellen kan je nog zien vliegen tot oktober, soms in november. Dit is een bruinrode heidelibel
(Sympetrum striolatum, Sympétrum strié, Common Darter; female), een vrouwtje. Dwingelderveld.

Lepelaars140914
De afgelopen weken zijn al heel veel lepelaars (Platalea leucorodia, Spatule blanche, Spoonbill) vertrokken,
op weg naar warmere overwinteringsgebieden. Deze groep maakte een tussenstop op de Starrevaart.