Als ik jonge futen zie, zei Marga ooit, dan begint voor mij de lente pas echt. Vanmiddag,
tussen Zoetermeer en Wilsveen! (Podiceps cristatus, Grèbe huppé, Great Crested Grebe)
Een grauwe tussendag, morgen gaat de lente gewoon verder. Koud in de Starrevaarthut.
De wind blies door de luiken vier vingers 'dood'. Gelukkig warmde de zon daarna wat op.
De kuifduiker (of een andere?) die ik op de Meeslouwerplas (andere kant van de Kniplaan)
had gezien, zwom nu op de Vogelplas. Op Prisma, Bleiswijk, de eerste kleine plevieren.
Daar wordt overal gewerkt, vrees dat plevieren en patrijzen enz. er geen leven hebben.
Bij mij in de straat zijn vanmiddag platanen gerooid, volgens plan (wel laat uitgevoerd).
In één plataan zit een eksternest. Die boom heeft men, na inspectie (zag ik toevallig),
laten staan. Zo hoort het als men (te) laat in het seizoen gaat kappen en snoeien.
Uit het nestkastje achter ons voorraam kwamen vanmorgen twee winterkoningen.
Het zou het eerste broedsel van een winterkoning in onze tuin zijn. Leve de koning!
De hormonen van bergeenden (Tadorna tadorna, Tadorne de Belon, Shelduck)
beginnen ook op temperatuur te komen: op de Starrevaart joegen ze elkaar op.
De vier zwarte ibissen (Plegadis falcinellus, Ibis falcinelle, Glossy Ibis) uit Zuid-Europa
hebben de geneugten van de Hollandse polders ontdekt en zijn nog steeds aanwezig.
Rond twaalf uur, onder luide bijval van een vogelverkennende schoolklas uit Voorburg,
landden ze voor een korte tussenstop tussen de scholeksters op het schelpeneiland.
Man vink (Fringilla coelebs, Pinson des arbres, Common Chaffinch; male) vanmorgen
op zoek naar voedsel in het Noord Aa in Zoetermeer. Wat een subtiele kleurenpracht!
