Vogelveldgids van Europa

Vogelveldgids_van_Europa.jpg


Auteurs

Anne Puchta en Klaus Richarz

Vertaling
Ger Meesters

Uitgave
Tirion Natuur 2012
384 pagina’s, 11,5 x 19 cm, plastic hoes
ISBN 978 90 5210 864 3
€ 19,95

Oorspronkelijke uitgave
Vögel, Eugen Ulmer 2003/2010

 

Vogelveldgids
van Europa
In het rijtje bruikbare of goede vogelgidsen mag een nieuwe uitgave worden geplaatst: de Vogelveldgids van Europa, een compleet overzicht van onze vogels. Het is geen vernieuwende uitgave, de eerste versie is al in 2003 in Duitsland verschenen. De indeling is dan ook nog ‘klassiek’, te beginnen met duikers en futen. Tegenwoordig wordt op grond van nieuwe inzichten een taxonomische indeling gevolgd die begint met zwanen en ganzen.

Al met al is de Vogelveldgids vrij volledig met 421 Europese vogels. Er hadden, met het vele, mooie nieuwe fotomateriaal, ook wel wat verouderd uitziende foto’s vervangen mogen worden. Nu zijn foto’s zichtbaar gefotoshopt met de functie ‘verscherpen’. Handig is dat op de foto’s met pijltjes en trefwoorden opvallende kenmerken zijn aangeduid. Want daar gaat het in een veldgids om: snelle herkenning.

Dik vierhonderd soorten beschreven, dat is bijzonder ruim. Zelfs de nieuwste wetenschappelijke namen zijn gebruikt. Toch merk je dat het een Duitse uitgave is. Bijvoorbeeld: de in Engeland, en ook bij ons, voorkomende rouwkwikstaart en Engelse kwikstaart worden niet eens genoemd, de IJslandse grutto wel, maar zonder foto en beschrijving. Bij Duitse auteurs is de noordwesthoek van Europa meestal een zwak punt. Een vogel bijvoorbeeld als de zwarte ooievaar, die vooral in Oost-Europa voorkomt, krijgt twee volle pagina’s.

De indeling van het boek is zoals het hoort: op de ene pagina de tekst, de foto’s op de andere pagina. De Nederlandse en de wetenschappelijke naam worden genoemd, een beschrijving inclusief het geluid, verder waar de vogel voorkomt plusverspreidingskaartje, de biotoop, allemaal ‘normale’ koek.

Waarin dit boek zich onderscheidt, zijn bij veel soorten de hoofdstukjes leefwijze, balts, broeden, ruien, voedsel en bijzonderheden. Daarin staat heel wat informatie die je niet in een veldgids zou verwachten, en zelfs vaak in uitgebreidere boeken ontbreekt. Bovendien wordt in de tekst regelmatig verwezen naar de Nederlandse situatie.

Samenvattend. Deze Veldgids, die door het grote aantal soorten en uitgebreide beschrijvingen best aan de zware kant is, mag zich in het rijtje van goede gidsen plaatsen. De foto’s kunnen hier en daar beter. Door allerlei details over het gedrag van vogels te vermelden, biedt dit boek zelfs meer dan veel andere gidsen. Hoewel je deze informatie eerder thuis zal lezen dan in het veld.

AdG, 23 april 2012