Naar meer natuur Praktische handleiding Auteur Uitgave |
‘Naar meer natuur’ is een uitstekend praktijkboek voor iedereen die zich professioneel of uit liefhebberij bezighoudt met natuurontwikkeling. Op kleine schaal zoals het aanleggen van een natuurvriendelijke tuin of grootschalig met het inrichten van landbouwgronden als natuurgebied.
Ik vind het erg knap hoe Ger Londo in staat is om op een eenvoudige manier uiteen te zetten hoe je kunt zorgen voor natuurontwikkeling. Daardoor is zijn boek ook echt als praktijkboek te gebruiken. De indeling is logisch. Hij geeft eerst algemene richtlijnen voor het creëren van geschikte milieus, zoals het zo nodig veranderen van grondsoort, voedselrijkdom, reliëf in de bodem en (grond)waterstand. Vervolgens behandelt hij de ontwikkeling van verschillende soorten begroeiing, of zo men wil: levensgemeenschappen (bloemrijke graslanden, heide, bos en struweel, muurbegroeiingen). Daarna komt het maken van complexere natuur, bestaande uit meerdere begroeiingstypen, aan de orde. Verder bespreekt hij de invloed van begrazing, de aanleg en het onderhoud van een natuurtuin (Londo heeft diverse beroemde natuurtuinen aangelegd en mag tot de specialisten worden gerekend) en het bevorderen van meer natuur in stad en dorp. Het boek sluit af met een aantal nuttige bijlagen, zoals geschiktheidslijsten van plantensoorten voor begroeiingstypen en grondsoorten. Met de termen ‘meer natuur’ en ‘natuurontwikkeling’ heb ik moeite. Wat Londo en andere auteurs als natuurontwikkeling bestempelen, is vaak het omzetten van natuur bestaande uit weinig soorten die zeer algemeen zijn, naar natuur die bestaat uit meer en zeldzamere soorten. Dat zou ik eerder vergroting van de biodiversiteit willen noemen. Dit boek komt dan ook op een uitstekend tijdstip: de Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Het prettig leesbare boek met verhelderende tekeningen, foto’s en tabellen nodigt bijzonder uit om zelf met het vergroten van de biodiversiteit in eigen omgeving aan de slag te gaan. Ronald Klingers, 6 april 2010 |