Een Groenlander in Afrika

 Een Groenlander in Afrika
 
De wonderbaarlijke reis van
de drieteenstrandloper

Een_Groenlander_in_Afrika.jpg

Schrijver
Koos Dijksterhuis

Uitgave
Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam
2010, 336 pagina’s, 21 x 13,5 cm
16 pagina’s met kleurenfoto’s

ISBN 978 90 351 3424 9
€ 22,50

U kent ze vast wel, die grappige, bijna witte ‘opwindvogeltjes’ die ’s winters keihard langs het strand rennen op zoek naar iets eetbaars: drieteenstrandlopers.

‘Een Groenlander in Afrika’ is een beschrijving van veldonderzoek naar de drieteenstrandloper door de Groningse wetenschapper Jeroen Reneerkens. Wetenschapsjournalist Koos Dijksterhuis heeft Reneerkens vergezeld tijdens een aantal onderzoeken in Groenland waar de drieteenstrandlopers broeden, in IJsland waar zij opvetten op de heen- en terugreis, op de Wadden en in Mauretanië en Ghana waar ze overwinteren.

Het boek is een prima geschreven, meeslepend verhaal over de aard van het onderzoek en over de vele vragen die beantwoord worden en waarvoor nieuwe vragen in de plaats komen. Bovendien geeft Dijksterhuis een prachtig sfeerbeeld van het verblijf in de diverse landen, de mensen met wie zij in aanraking komen en de problemen die zich bij de onderzoeken voordoen. Het boek is zeker ook lezenswaardig voor mensen die van bijzondere (natuur)reizen naar exotische bestemmingen houden.

Er was tot voor kort niet veel bekend over het leven van de drietenen. Reneerkens doet daarom vele ontdekkingen. Zelfs de informatie die we wel hadden, blijkt niet altijd betrouwbaar. Zo dachten velen dat de vogels die we in het voorjaar in de Wadden zien, Siberische drietenen waren. Uit het kleurringonderzoek blijkt dat dit onjuist is. Alle drietenen die we in onze streken zien, broeden in Groenland en in Canada.

Verder werd heel lang als vaststaand aangenomen dat sommige drietenen ‘dubbelleggers’ zijn: het vrouwtje produceert twee nesten, de man neemt het eerste voor zijn rekening en zij het tweede. Reneerkens heeft daarvoor geen bewijzen gevonden en betwijfelt of dit wel klopt.

Hoewel Dijksterhuis tijdens de onderzoeksperiode duidelijk een vriendschappelijke band met Reneerkens opbouwt, weet hij als goed journalist toch steeds kritische vragen over nut en noodzaak van dergelijke onderzoeken aan de orde te stellen.

Zoals de eventuele nadelen voor drietenen van de vele kleurringen die zij om krijgen, hoe erg het is dat er soms een vogel sneuvelt bij het onderzoek, en de vraag of het onderzoek niet van invloed is op de natuurlijke omstandigheden in het broedgebied (zo valt niet uit te sluiten dat poolvossen de nesten van deze strandlopers gemakkelijker kunnen vinden en prederen doordat zij het geurspoor van de onderzoekers volgen).

Reneerkens mag steeds het antwoord geven, en Dijksterhuis laat het vervolgens aan de lezer over om zich hierover een oordeel te vormen. Ik vind Dijksterhuis een uitstekende auteur. Hij heeft een vlotte pen. Ook de nodige humor ontbreekt niet, al dan niet in de vorm van woordgrappen. Het plezier van Dijksterhuis in het schrijven van dit boek spat van de bladzijden af.

Ronald Klingers, 12 maart 2010