Woensdag 4 februari 2004 – Afwijkende toendrarietganzen
Het is wel eens ‘hinderlijk’, maar als je vaak aan het zwerven bent, zie je regelmatig dieren die net iets afwijkend zijn van de ‘gangbare modellen’ en ook afwijken van wat er in de boeken staat. Meeuwen met gele poten hebben me al in verwarring gebracht (kom ik binnenkort op terug) en vanmorgen zag ik rietganzen waarvan ik dacht: wat is dát nu weer?
Als je (veel) rietganzen en kolganzen wilt zien, moet je nu in het westelijk deel van het Groene Hart eens naar de Lagenwaardse Polder gaan ten noorden van Koudekerk. Mooie fietstocht! Daar zaten vanmorgen ten minste drieduizend ganzen, heel veel kolganzen, wat minder maar toch nog aanzienlijk wat rietganzen en een paar brandganzen.
Het waren toendrarietganzen, afwijkend van de veel zeldzamere taigarietgans door een kleiner formaat, kortere hals, duidelijker afscheiding tussen donkere kop en lichtere hals maar vooral door een oranje ‘bandje’ op de snavel, net achter de donkere punt. Taigarietganzen hebben een langere snavel met (veel) meer oranje. Taiga’s zitten vooral op bouwakkers, daarom zie je die in het westen van ons land vrijwel niet.
Toendrarietganzen (Anser serrirostris – Tundra Bean Goose). Let op de oranje-gele snavelbandjes.
Tussen al die toendrarietganzen waggelde een iets grotere vogel die opvallend licht was, wat geelachtig. Als je goed keek, zag je nog meer van die vogels die wat lichter waren dan hun buurmannen. Helaas lieten de opvallendste lichte vogels zich slecht fotograferen omdat ze in het gras lagen, maar hieronder toch een voorbeeld. Misschien nog jonge vogels? Een lichtere vorm uit een zuidelijker gebied? Ik weet het niet.
Lichte toendrarietgans (Anser serrirostris – Tundra Bean Goose; light). Op de achtergrond op de linkerfoto een ‘gewone’ donkerder toendrarietgans.
Volgens de boeken hebben taigarietganzen soms een kleine bles, net als kolganzen. Maar ook bij deze toendrarietgans zag ik een witte ‘bles’ aan de snavelbasis.(Anser serrirostris – Tundra Bean Goose; small blaze).
In Polder Achthoven verblijven grote groepen kleine zwanen, op grote afstand telde ik er vandaag circa 90 met 3 juveniele vogels. In de Rijnenburgerpolder 3 (2+1) en uit de Wilckplas vlogen 4 (3+1) kleine zwanen op. In de Wilckplas overnachten regelmatig veel kleine zwanen, zo heb ik gehoord. Afgelopen weekend tussen de 200 en 250.
Dinsdag ben ik naar de Starrevaart geweest, via De Wilck (3 scholeksters die alvast hun broedterrein kwamen verkennen; 1 grote zilverreiger en 1 vrouw nonnetje), de Westbroekpolder (1 grote zilver) en de Meeslouwerpolder (3 dodaarzen). Over de vogelplas vlogen 34 kolganzen naar het zuiden, op de plas nu ook flink wat scholeksters (34), de eerder gemelde 1e winter vrouw topper zat er nog evenals de vrouw grote zaagbek, verder o.m. 5 bonte strandlopers, 610 wulpen, 84 goudplevieren, 1 roerdomp en 1 grote en 1 kleine mantelmeeuw.