Nov03_17

Maandag 17 november 2003 – Een klucht patrijzen

Ik was vanmorgen net mijn dorpje uitgereden, toen ik boven de wei- en bouwlanden grote groepen (kol)ganzen zag vliegen, honderden, van noord naar zuid. Een fascinerend gezicht die groepen die steeds weer andere vormen aannemen! Verderop langs de Broekweg heb ik de auto neergezet om ze beter te bekijken, ik herkende en hoorde alleen kolganzen, maar wellicht zaten er ook andere soorten tussen.

Links van me zaten, op een pas geploegde akker, tachtig houtduiven te rusten. En rechts van me liepen tien patrijzen! Vogels die steeds zeldzamer worden, ze vinden niet zo veel beschutting meer op de vlakke weilanden, waar bovendien weinig boterbloemen meer groeien en van die zaadjes moeten jonge patrijzen het hebben.

Een groep vogels, en dan met name patrijzen, wordt ook wel een klucht genoemd, of klocht, of kluft. Oude volksnamen waarmee vooral een ouderpaar vogels met hun jongen werden aangeduid. Deze patrijzen droegen allemaal hun volwassen kleed, dat jasje trekken ze al een paar maanden na hun geboorte aan.

Patrijs171103

Een groep van tien patrijzen (Perdix perdix – Grey Partridge), mannen met hun grote roodbruine buikvlekken, vrouwen hebben veel kleinere vlekken.

Patrijzen171103H

Langs de rietkragen aan de westkant van de Starrevaart stonden, op een meter of twintig, dertig van elkaar, twee roerdompen hun veren te poetsen. Prachtige vogels die geschapen zijn om het riet te verlevendigen. De rosse franjepoot is nog steeds aanwezig, immer ijverig voedsel van het water pikkend. In de Westbroekpolder 18 kleine zwanen, 17 adulte en 1 juveniele, zaterdag had ik er 11 geteld in de Bent- en Delfpolder, in De Wilck 1 slechtvalk.

Patrijzen171103A

Patrijzen171103

Patrijzen171103I