Maandag 7 juli 2003 – Lentevreugd

Tegen de duinen bij Berkheide, ik weet niet of het Wassenaar of Katwijk is, ligt het ‘ontwikkelingsgebied’ Lentevreugd. Een natuurgebied in aanleg. Vanmorgen ben ik daar voor de eerste keer geweest, vooral gelokt door de vele waarnemingen de afgelopen maanden van bijzondere vogelsoorten. Die zoeken graag dergelijke ‘woeste’ gebieden op, zoals het een paar jaar geleden bij de nieuwe Zevenhuizense Plas ook al zo’n vogelfeest was. Ik weet niet hoe Lentevreugd, dat al lang bestaat, er voorheen uitzag, nu was het er echt woest en ledig, zandgrond met wat plasjes, nog geen boom te bekennen, al wel heel veel lage vegetatie.

In de plasjes zaten (jonge) kokmeeuwen, visdieven, kleine plevieren, kieviten, grutto’s, een enkele tureluur, een witgatje, wat aalscholvers, spreeuwen en uiteraard kraaien en eksters. Een paar veldleeuweriken zorgden voor een aangename muzikale begeleiding. Veel ‘bijzonders’ was er vandaag niet te zien, al moet ik zeggen dat ik niet elke dag 7 groenpootruiters en 10 bosruiters zie.

Een van de groenpootruiters droeg een donker ringetje om de rechter tibia, door de afstand niet afleesbaar. Ook op de Starrevaart een geringde vogel, een wel heel bijzondere. Tussen 32 andere lepelaars stond die lepelaar met twee ringen, een witte om zijn rechter bovenpoot (tibia) en een rode om de linker tarsus, beide ringen met codering. Deze lepelaar, die al een tijdje op de Starrevaart vertoeft, is als nestvogel op 1 juli 1981 in de Oostvaardersplassen geringd! Een oudje dus. Volgens de Werkgroep Lepelaars de oudste man van Nederland! Het oudst bekende (geringde) vrouwtje is 23 jaar. Lepelaars kunnen dus wel 20 jaar of ouder worden. Op de Starrevaart verder o.m. 3 zwarte ruiters, 1 kemphaan, 4 rosse stekelstaarten (3 mannen) en 52 grutto’s.

Foto’s van vogels maken is in Lentevreugd nogal lastig, er is geen ‘bescherming’ om de vogels dicht te naderen. Maar ook de flora is in dit gebied interessant, ik hoorde dat de natuurinrichting met name op de flora is gericht en dat vogels ‘bijzaak’ zijn.

Twee opvallende planten in Lentevreugd: boven een blauwe plant die wel wat op een blauwe zeedistel lijkt maar het volgens mij niet is, wie het weet mag het zeggen. (Het blijkt om een Eryngium planum te gaan, een kruisdistel, zie Vogeldagboek van 10 juli.) Onder een grote teunisbloem (Oenothera erythrosepala – Large-flowered Evening-primrose).

In De Wilck heb ik gisteren ook nog wat bloemen gefotografeerd. Hieronder eerst een lipbloemige, de bosandoorn (Stachys sylvatica – Hedge Woundwort) die je toch niet in de polders zou verwachten, in tegenstelling tot de moerasandoorn die je op het ogenblik overal ziet. De gele bloem is een grote wederik (Lysimachia vulgaris – Yellow Loosestrife).