Feb03_11

Dinsdag 11 februari 2003 – Kleine alk in Zoetermeer

Ik had het niet meteen in de gaten, want wie verwacht nou een arctische vogel op de Zoetermeerse Plas. Maar voordat ik van m’n fiets was gestapt, wist ik het al zeker: daar zwemt een kleine alk! En inderdaad, waar de Zoetermeerse en de Noordhovense Plas aan elkaar zijn verbonden, was deze ‘pinguïn van het Noordelijk Halfrond’ zoals de Svensson hem omschrijft, aan het duiken naar visjes.

KleinealkF110203

Kleine alk (Alle alle, very rare in the inland waterways), een zeldzame verschijning in de binnenwateren.

Vlug ‘alarm’ geslagen en toen geprobeerd fatsoenlijke opnames te maken: dat viel niet mee met het slechte licht en bovendien een zeer beweeglijk zwart-wit vogeltje op het grauwe water.

KleinealkA110203

Kleine alken zijn inderdaad erg klein, van kop tot staart nog kleiner dan een dodaars of een merel. Ze liggen plat op het water als een duikboot zonder toren, een koddig gezicht. De Noordzee is de zuidelijkste overwinteringsplek voor kleine alken. Als het op zee gestormd heeft, worden ze wel eens aan de kust gezien en een heel enkele keer in de binnenwateren. Een ‘influx’ van kleine alken was overigens vorige week, na storm op zee, voorspeld. Vanmiddag was er dan zo’n uniek moment, met dank aan mijn auto die voor een grote beurt in de garage stond en ik op mijn fiets was aangewezen, hoewel je zelfs op een tweewieler zo’n zwart-wit duikertje snel over het hoofd ziet.

KleinealkC110203

Kleinealk110203

Het was trouwens toch een aardige vogeldag in Zoetermeer. Vanmorgen zwom het vrouwtje zwarte zee-eend nog steeds op de grote plas, vanaf de zuidkant uitstekend te zien. Toen ik stopte om naar een roffelende grote bonte specht te luisteren en te kijken, hoorde ik achter me een zachte plons: in de vaart bij de huizen aan Het Lange Land zwom een dodaarsje, terwijl op een paar meter afstand een waterral door het karige riet scharrelde! Vanmiddag op dezelfde plek waren vijf boomkruipers elkaar aan het dollen. En vanmiddag op de plas nog een tiental dodaarzen, twee vroege tureluurs en een waterpieper, die laatste zal nu wel spoedig naar zijn broedgebied vertrekken.