Dec02_03

Dinsdag 3 december 2002 – Bonte kraai en heilige ibissen

Met wat mistslierten over de polders vanmorgen op stap, helder genoeg om in de Benthuizer Noordpolder 18 kleine zwanen (15+3) te tellen, in de Oostbroekpolder stonden 2 grote zilverreigers dicht bij elkaar aan de slootkant.

Bij het Vlietland gekomen was er geen vuiltje meer aan de lucht, prachtig zonnig weer. Mede daardoor was het zo’n indrukwekkend schouwspel om vanuit het noorden over een breed front vele duizenden kieviten te zien aanvliegen over de Meeslouwerplas, het gíng maar door, zo tussen de vijf- à tienduizend vogels, de lucht was nu toch weer bedekt. Op deze plas het vrouwtje eidereend.

Kleinezwaan031202

Deze kleine zwaan (Cygnus bewickii) verblijft al een tijdje op de Starrevaart. De vogel ziet er gezond uit, zwemt prima (hoewel hij zijn rechterpoot niet steeds meebeweegt), maar toen hij zich vanmorgen ging poetsen op het eilandje, zag ik hem tweemaal door z’n rechterpoot zakken. Kennelijk is hij niet in staat te vliegen en zich bij zijn soortgenoten in de polders te voegen.

Heiligeibissen031202

Heilige ibissen (Threskiornis aethiopicus) zijn in onze omgeving geen onbekende vogels meer (ontsnapt uit Avifauna in Alphen a/d/ Rijn waar inmiddels een verwilderde populatie broedt), het blijven fraaie verschijningen. Onze ‘autochtone’ vogels vinden het toch kennelijk ‘enge’ vogels, want voor deze twee ibissen ging vanmorgen alles de lucht in toen ze op de Starrevaart landden.

In de bomen aan de westkant van de Starrevaart zat een bonte kraai zich te poetsen. Ik heb het al eerder geschreven; ‘vroeger’ zag ik vanuit de eetkamer bosjes bonte kraaien op de weilanden in de Alblasserwaard lopen, nu zijn het behoorlijk zeldzame wintergasten. Verder o.m. 4 vrouw en 1 man brilduiker, 147 Grote Canadese ganzen, 7 rosse stekelstaarten, vaste gasten als de 6 zwarte ruiters, de grutto en de kleine zwaan en, in 1999 ook al eens gezien, de zilvermeeuw met de ring DB7. In twee groepen vlogen ongeveer 310 kolganzen over. Rond 1 uur terug naar Benthuizen, maar al enkele kilometers ten oosten van de Starrevaart dook ik de mist in, wat een geluk gehad!