Nov02_12

Dinsdag 12 november 2002 – Surrogaat-ooievaars

Midden op de natte weilanden in het Spookverlaat staan twee ooievaars in de, nog niet eens zo koude, novemberwind te kleumen. Nauwelijks honderd meter verder steekt hun nest boven de Amaliahut uit. Daar hebben ze deze zomer drie prachtige uivers grootgebracht, die koesteren zich nu waarschijnlijk in de warme Afrikazon.

Een gekke gedachte eigenlijk. Ooievaars die hier zijn gekweekt en uitgezet, zoals dit Spookverlaatpaar, hebben de aangeboren behoefte verloren om op reis te gaan naar voedselrijke en dus behaaglijke gebieden. Kennelijk zijn ze zo verwend door het bijvoederen in ooievaarsdorpen en bij hun huidige nesten, dat hun hersenen niet meer geprikkeld worden om achter het eten aan te trekken, ze krijgen hier voldoende.

Gewoon intuïtie dat ze hier overwinteren? Waarschijnlijk wel. Je zou ook kunnen denken dat hun genen, waarin dergelijke eigenschappen toch opgeslagen liggen, veranderd zijn. Ik weet weinig over genen en erfelijkheid en ik weet al helemaal niet of genen zich in de loop van een (vogel)leven kunnen veranderen. Het zal wel niet, want anders zouden hun nakomelingen die eigenschappen toch van hun ouders geërfd hebben en ook hier gebleven zijn? Maar die jonge vogels ‘weten’ niet beter dan dat ze naar rijk gedekte tafels moeten vliegen en missen de ervaring van hun ouders over goedbedoelende bijvoerende mensen. Hoe het ook zij, ik verwonderde me vanmiddag alleen maar over die twee prachtige vogels die hier ‘natuurlijk’ niet horen te zijn.

Ooievaars_Spookverlaat121102

De ooievaars (Ciconia ciconia) uit het Spookverlaat, links het vrouwtje (ring om rechter bovenpoot, de tibia) en rechts manlief (ongeringd). Het wijfje komt uit het voormalige dierenpark in Wassenaar, de man uit Haastrecht. Om te laten zien hoe mooi ze zijn, hieronder nog een foto van de man.

Ooievaar_Spookman121102

Dierengedrag blijft boeiend, verwonderlijk en onverklaarbaar. Waarom zitten de kleine zwanen op het ogenblik ’s morgens op bietenvelden, zie je ze rond de middag gras eten en keren ze ’s avonds naar de bieten terug? Een (te) simpele verklaring zal wel zijn dat ze net als mensen graag afwisselend eten, ’s morgens een stevig ontbijt, vervolgens een lichte lunch (nou ja, gras….) om tegen de avond de maag nog eens flink vol te proppen.

Hoe dan ook, er zaten rond half 10 vanmorgen maar liefst 181 kleine zwanen op de bieten in Benthuizen, 97 (85 adult en 12 juveniel) in de Noordpolder langs de Slootweg en 84 (76+8) in de Zuidpolder tegen Moerkapelle. In de Oostbroekpolder stapte weer een grote zilverreiger rond.