Mei02_20

Maandag 20 mei – Rooie kop

“Ook al heb je niet zo’n giga-tuin, als je je ogen openhoudt, kan je er van alles zien scharrelen”, schreef ik gisteren. “Zoals deze Pyrochroa coccinea, een van de drie in ons land voorkomende vuurkevers, ik vond op internet als Nederlandse vertaling zaagsprietkever”.

Dit stukje schrijf ik met een rood hoofd, niet vanwege de zon maar omdat ik de vuurkever gisteren doorgaf als een Pyrochroa coccinea (zaagsprietkever) terwijl het om de (zeldzamere?) Pyrochroa serraticornis (roodkopvuurkever) gaat. Deze heeft een geheel rode kop in plaats van een zwarte. Met dank aan Bastiaan van der Ploeg voor zijn correctie. Ik heb meteen op m’n verlanglijst voor vaderdag een goede insectengids gezet.

Roodkopvuurkever160502

Roodkopvuurkever (Pyrochroa serraticornis) in de tuin.

RoodkopvuurkeverA160502

Een andere wens (maar ja, of die allemaal vervuld worden?) is een boek over braakballen met nauwkeurige schetsen van de mogelijke inhoud. Hoe ik daar zo op kom? ‘k Was vanmiddag bij m’n oudste broer, de molenaar van korenmolen De Hoop in Oud-Alblas (waar ik geboren en getogen ben, zoals de meeste lezers van Vogeldagboek weten). Hij moest deze week helemaal bovenin de molen zijn, onder de kap. Toen hij het laatste luik opendeed, kreeg hij een klap van een vogel, het bleek een grote uil te zijn, die niet zo snel meer een uitweg zag, waarna mijn broer een luik heeft opengezet. De uil is waarschijnlijk door een of andere nauwe spleet naar binnen gekomen.

Toevallig zag hij een uilenbal liggen en had die meegenomen, het was een verdroogd exemplaar. Ik hem hem uit elkaar gefrunnikt, er zaten tal van botjes in die ik niet thuis kon brengen. Vandaar m’n boekenwens. Het is in elk geval een uilenbal (in ballen van roofvogels zitten nauwelijks hele botjes omdat die in hun maagsap oplossen), slechts drie centimeter lang, mogelijk dus van een kerkuil. Waarschijnlijk liggen er onder de molenkap nog meer braakballen, als m’n knie weer meewerkt, zal ik eens naar boven klauteren. In de buurt van de molen probeerde een boomvalk trouwens tevergeefs een gierzwaluw te vangen. Een spectaculair gezicht als twee van zulke slanke luchtacrobaten elkaar nazitten.