Mei02_08

Woensdag 8 mei 2002 – Geheimzinnige geluiden

Moerasachtige gebieden, rietvelden, bossen waarin water en bomen onbeperkt hun gang kunnen gaan, hebben iets mysterieus. Je hoort allerlei geluiden, slurpend, brekend, krakend, roepend, zingend, maar je ziet zo weinig. Lang niet alle vogels zingen bovendien zoals ze volgens de boekjes gebekt zijn. Was dat nu een braamsluiper, een winterkoning of een rietzanger, dacht ik vanmorgen langs de Kniplaan bij de Starrevaart, waar een kort getjek weerklonk. De vogel liet zich niet zien. Evenmin als de voortbrenger van een heel hard geluid, wat me het meest deed denken aan de bedelroep van een jonge ransuil. Het geluid, tot driemaal toe, klonk van heel dichtbij, heb lang tussen het riet gekeken maar niets kunnen ontdekken.

Rietzanger080502

Deze rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) liet vanmorgen onvermoeid zijn melodietjes horen. Rietzangers zijn ware imitators, de ‘basisnoten’ zijn hetzelfde, maar ze hebben allemaal zo hun eigen karakteristieken.

RietzangerA080502

Kauw080502

Kauw (Corvus monedula) snoept van een weggeooide appel langs de Starrevaart.

Op de vogelplas zwom nog een kleine zwaan, ongetwijfeld een vogel die door ziekte of een verwonding de reis naar Siberië heeft gemist. Een ooievaar zat op een lantaarnpaal langs de Kniplaan en vloog vervolgens enkele malen over de plas. Ook een man en vrouw bruine kiekendief cirkelden wat rond en verdwenen in het moeras tussen Kniplaan en Meeslouwerplas.

Verder o.a. 1 snor (ten westen van de toren), 1 blauwborst (ten zuiden van de toren), bij de toren riep ook een waterral, maar liefst 9 zwarte sterns, 6 bontbekplevieren, 3 lepelaars, 1 witgatje, 1 juveniele dwergmeeuw, 2 achtergebleven smientmannen en bij de parkeerplaats waren 2 grasmussen in de struiken aan het ravotten.