Mei02_01

Woensdag 1 mei 2002 – Tapuiten en gele kwikken

Na een echte Hollandse middag met harde wind die prachtige witte stapelwolken langs de blauwe hemel blies, konden we genieten van een rustige avond. Op m’n stoeltje bij de Wilckplas had ik een mooi uitzicht op 8 kemphanen die zich allemaal aan het tooien waren voor de bruiloft. Nadat ze zich volgevreten hadden, vlogen ze snel door naar het noorden.

Erg leuk was het tapuitenpaartje dat achterin de plas tegen het geriefbosje zat. De man telkens zingend bovenop een stronk, nu en dan even opvliegend om een insect te nuttigen. Het vrouwtje scharrelde een einde verderop tussen de begroeiing op zoek naar wat eetbaars. In de buurt 3 gele kwikstaarten, de man liet beide dames regelmatig zijn felgele borst zien.

Tapuit010502

Tapuitman (Oenanthe oenanthe, male) bij het geriefbosje.

De kuifeenden broeden nog niet en zwommen in paartjes bij elkaar. De 2 slobeenden hadden geen vrouwtjes bij zich, die zitten wellicht in de omgeving op het nest. Slobeenden broeden in de polders, maar of er in deze omgeving ook broedgevallen voorkomen van wintertalingen? In elk geval zaten er 3 mannen wintertaling op de plas.

Vanmiddag een poosje in de Amaliahut geweest. De ooievaars hebben jongen want een van de ouders kwam met voedsel aanvliegen dat door de andere ouder klepperend werd verwelkomd. Ik kon niet zien hoeveel kleine snavels er opengingen. Rond de hut zongen, en waren zichtbaar, onder meer een rietgors, een rietzanger, een fitis en een grasmus. Vooral zo’n zingende – nou ja, je kan beter zeggen: raspende – grasmus met z’n opvallende lichte en dik bevederde keel is een genot om naar te kijken.