Maandag 29 april 2002 – Hoog water!

De wind bulderde vandaag over de polders, met in zijn kielzog bliksem, regen
en hagel. Die plons water zette ondieptes op wei- en bouwland blank, diverse stokken die de nesten van weidevogels markeren, kregen een natte voet. Niet alle legsels zullen dit weer overleven. Een meerkoet aan de rand van de Hoogeveensche Vaart sleepte volop materiaal aan, dat z’n al ruim een week nestelende vrouwtje dankbaar uit zijn snavel pikte om de randen van haar
nest te verhogen tegen het opgezweepte water.

Een buizerd ploegde laag over het weiland tegen de wind in, geleidelijk aan kreeg hij zo’n escorte van aanvallende kieviten en grutto’s, dat hij rechtsomkeert maakte, waarbij hij z’n staart als een extra zeil gebruikte om in no time zijn belagers af te schudden. Ook snelle vogels als visdiefjes, boeren- en gierzwaluwen vermaakten zich in hoog tempo met de elementen. Een paar gele en witte kwikstaarten hadden meer moeite met het onstuimige weer.

Er foerageerden drie lepelaars, nu en dan werden ze achterna gezeten door een meerkoet (er broeden er heel wat in De Wilck; in een sloot zie je vanaf de Burmadeweg vier nesten achter elkaar!) als ze te dicht bij een nest kwamen. Een koddig gezicht, zo’n opgeblazen zwarte bol jagend achter zo’n sierlijke witte vogel. Ik zag een meerkoet zich zelfs dik maken tegen een koe die te dicht bij kwam, ze keek even met nietszeggende lodderogen naar de koet en graasde vervolgens rustig verder. Twee zwarte ruiters zaten hun buik lekker vol te vreten alvorens door te vliegen naar Noord-Europa.