Maandag 4 juli 2005 – Hoppen in de Gers (4)

Het meest trieste moment in de vakantie was de vondst van een dode das. In het wild had ik zo’n fraai dier nog nooit gezien en daar lag er dan een, aan de rand van de weg. Puntgaaf, slechts een klein plasje bloed was het bewijs van de fatale klap die een auto moest hebben uitgedeeld. Groot, zo’n 75 centimeter, zwaar gebouwd, ongetwijfeld een volwassen exemplaar.

In de Gers komen best veel dassen voor, zo hoorde ik later. Helaas vallen er vaak doden in het verkeer. Een buurman op de camping vertelde een paar dagen later dat hij rond middernacht een das rond zijn huisje had zien lopen (en horen) snuffelen. Kennelijk zat er in de omgeving een dassenburcht, maar daarover kon ik niets te weten komen.

Dode das (Meles meles – Badger), verkeersslachtoffer.

Heel wat aangenamer waren de ontmoetingen met reeën, ook die zijn talrijk in dit gebied. Bij de camping kwam enkele malen een reebok gras en eikenboomblaadjes eten. Als je je rustig hield en niet te dichtbij kwam, kon je er uitgebreid van genieten en duldde hij je aanwezigheid.

Reebok (Capreolus capreolus – Roe buck) eet boombladeren aan de rand van de camping.

Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruris – Black Redstart), een algemene vogel in (het zuiden van) Frankrijk. Op de foto onder: zo ziet een roodstaartje eruit als hij wegvliegt.

Over talrijk gesproken: zwarte roodstaarten zijn dat ook. Mooie zwarte vogeltjes met rode staart en als ze zingen, is ook hun felrode bek te zien. Hun eenvoudig maar goed herkenbaar liedje hoorde je overal en de hele dag. Op de camping waren diverse broedgevallen, jonge vogels uit het eerste legsel vlogen al rond.