Man zomertaling (Spatula querquedula, Garganey; male). Zijn snavel moet nog grijzer worden.
Gisteren stond ik met de auto stil te staan achter wat bomen en struiken
toen er een prachtige man zomertaling naast me kwam zwemmen. Schuwe vogels,
die bij het minste geringste wegvliegen. Deze zwom al ratelend voorbij,
ik denk dat hij probeerde het geklik van mijn fotocamera na te bootsen…
Het is een opvallend geluidje (toegevoegd aan Geluidenboek) dat je makkelijk herkent.
Vandaag zag ik op nagenoeg dezelfde plek drie zomertalingen: twee mannen en een vrouw.
Ze hebben hun verzamelplaatsen na aankomst uit Afrika verlaten en trekken nu de polders in om te gaan nestelen.
‘k Kon vanmorgen pas laat op pad, wandeling gemaakt rond de Kniplaan (Leidschendam).
Aan de noordkant ligt de grote en diepe Meeslouwerplas, recreatiegebied met brede rietkragen.
Daar hoorde ik o.m. snor en grasmus en zag ik een man tapuit en een man paapje.
Bij de Starrevaart een sprinkhaanzanger, twee slapende lepelaars, vijftien grutto’s
en vier zwarte ruiters in zomerkleed. Drie regenwulpen vlogen ’trillend’ over.
Die geluiden hoor ik goed, maar snor en sprinkhaanzanger zijn niet meer aan mijn linkeroor besteed.
Het water in sloten en vaarten wordt warmer, het zal zo rond de achttien graden zijn.
Dan gaan de karpers paaien, o.m. in Gelderswoude en langs de Slootweg in Benthuizen.
Een spectaculair gezicht wanneer de karpers met enorme klappen het water opzwiepen.
Paaiende schubkarpers (Cyprinus carpio, Carp). Een meerkoet kijkt vol ontzag toe.
De meeste weilanden stonden vroeger vol bloemen; helaas verleden tijd.
Hier en daar zoals in de Geerpolder zie je nog enkele gele weilanden, met o.a. paardenbloemen.
Als daar zoals gisteren een ooievaar (Ciconia ciconia, White Stork) op neerstrijkt om zacht nestmateriaal
mee te nemen voor de kraamafdeling, heb je toch wel een oer-Hollands plaatje!
Vink (Fringilla coelebs, Common Chaffinch; male) slaat vinkenslag. Spookverlaat 14 april.
