![]() Auteur Uitgave |
Wat vogels ons vertellen Wondervogels Er is een tijd geweest dat niets menselijks aan dieren mocht worden toegeschreven. Dieren waren door instinct gedreven, voorgeprogrammeerde wezens, die handelden volgens vastgelegde patronen, waarin geen enkele ontwikkeling zat. Antropomorf denken, menselijke eigenschappen aan dieren toeschrijven, was volledig uit den boze en biologen die waagden dat te doen, werden door collega’s vakkundig de grond ingeboord. Maar tijden veranderen. In Wondervogels volgen we vooral steltlopers als grutto en hun onderzoekers. En dan gaat er een wereld voor je open. We maken kennis met Frieda van der Veer uit Marsum. Zij vangt zieke vogels op en vertelt over een groep kauwen. Ze hoorde de groep roepen en in haar tuin vond ze een zieke vogel. Het is haar stellige overtuiging dat de kauwen wisten bij wie ze moesten zijn voor hun zieke soortgenoot. De eerstehulpkooien staan immers in haar tuin. Een dergelijk verhaal is er ook over een huisgierzwaluw. Theunis Piersma, de vogeltrekecoloog en zoveel meer, vertelt over een kanoetvader in Siberië die op een mistige dag de onderzoekers inzette als vogelverschrikker toen een aantal middelste jagers opdoemde. Voor jonge kanoeten levensgevaarlijk. De oudervogel riep naar zijn kuikens om vlakbij de onderzoekers dekking te zoeken. Dit geval is niet wetenschappelijk beschreven, omdat het denkraam daarvoor ontbreekt. Sinds de Verlichting zijn mensen ‘over het paard getilde dieren geworden’. In onze arrogantie zien we niet dat dieren met elkaar praten en veel meer signalen oppikken dan wij denken, volgens Piersma. Ondrej Belfin plaatste microfoons die dag en nacht gruttogeluiden opnamen. In de duizenden uren aan opnamen, was er elke drie seconden eentje aan het woord. Hij onderscheidt 28 verschillende taalstukjes en elk stukje heeft zijn eigen betekenis. Volgens Jos Hooijmeijer bestaat dé grutto niet. Ze zijn individueel verschillend en hun persoonlijkheden worden ook nog eens beïnvloed door ervaringen in hun leven. Onderzoek aan vogels levert bij sommige zo veel stress op dat ze helemaal verkrampen. Piersma vertelt over een gestreste rosse grutto. De onderzoeker praatte in het Fries tegen hem. Binnen een minuut had hij contact met de vogel. Hij leert het dier dat zijn handen geen gevaar vormen en blijft praten. Binnen twee uur voelt hij weer krachten in de poten komen. Vanwege de beperkte ruimte kan ik niet alle mooie voorbeelden van onderzoek bespreken, maar één onderzoeker moet zeker nog genoemd worden: de Britse bioloog Charles Foster. Hij komt vaak aan het woord en hamert erop dat je leert door kwetsbaar te zijn, door moed te tonen, door vragen te stellen. De rol van biologen en ecologen is om mensen te vertellen wat voor soort dieren ze zijn. Wondervogels had wat mij betreft ook Verwondervogels mogen heten. Elk hoofdstuk ademt een sfeer van grote verwondering en respect voor vogels die weten te overleven in een wereld vol gevaar. Het is geen taaie, wetenschappelijke kost, maar zeer leesbaar geschreven. Er is veel onder de zon dat we nog niet weten. Dit boek stelt veel vragen en maakt je toch wijzer. Hopelijk durven meer biologen zulke vragen te stellen. Je bewondering voor vogels wordt er alleen maar groter door. Ko Katsman, 16 mei 2025
|
Wondervogels
|