
Man krakeend (Mareca strepera – Gadwall; male) ontspant de kaken voor de Amaliahut.
De krakeend, het eendje met de krakstem, is een vogelsoort die het uitstekend doet in ons land.
In de waterrijke gebieden is het aantal broedgevallen de afgelopen jaren spectaculair gestegen.
Schreef Jac. P. Thijsse voor de oorlog nog dat hun aantal geleidelijk aan verminderde,
in 1973-1975 broedden er 550-800 paren en in 1998-2000 circa 6000 tot 7000 paren (SOVON).
Oorzaak van de toename is waarschijnlijk een voor krakeenden geschikt vegetarisch voedselaanbod.
Krakeenden zijn nauw verwant aan wilde eenden, ze zijn een stukje kleiner en bruin van kleur.
Mannen en vrouwen hebben een kenmerkende witte spiegel, een driehoekje op het achterlijf.
Soms is bij de man een prachtig kastanjebruin vlekje op de vleugels te zien.
Het is nu baltstijd: je hoort krakeenden doorlopend fluiten, het fluitje van de wilde eend klinkt wat lager.


Ook nog even lekker de kop krabben, en dan samen met vrouwlief (male and female) lunchen.

Daarna volgde een paring, kort daarop vlogen beide vogels weg. Foto's van vanmiddag.


Krakeenden beginnen ongeveer vanaf half april te broeden, ze hebben een legsel per seizoen.
Kuifeenden zijn de laatste broeders onder de eenden: vanaf half mei, ook een legsel.
Trouwens, ook 'wilde' wilde eenden broeden eenmaal, verwilderde soorten soms tweemaal.
Boven een man kuifeend (Aythya fuligula – Tufted Duck; male above) met wapperende vleugels
en partner gisteren in De Wilck, onder een vrouw kuifeend op 26 februari op het Amaliaplasje.