Vrijdag 7 november 2003 – Piepers en rosse vleermuizen

Een van de eerste waarnemingen bij de Starrevaart waren vanmiddag 2 rosse vleermuizen. Deze vrij grote en roodbruinige vleermuizen (hun vlucht lijkt op die van een gierzwaluw, alleen de staart ontbreekt….) worden op het ogenblik op veel plaatsen midden op de dag gezien, vooral bij moerasachtige gebieden, het zijn echte trekkers zo is mij verteld.

Ook hoog in de lucht vloog een ooievaar over de plas, een buizerd trok naar het zuiden, evenals 3 kleine zwanen, het was de eerste keer dit seizoen dat ik hun aangename stemgeluid hoorde. Op de plas zelf sliepen nog 3 kleine zwanen. Onderweg in de Westbroekpolder 29 kleine zwanen (waaronder de eerste juveniele zwaan) en in de Oostbroekpolder nog eens 9.

Op de ka naar de hut zaten een paar piepers. Het is elke keer weer goed opletten of het een gras- of waterpieper is, of mogelijk zelfs een oeverpieper. Hun roepjes lijken sterk op elkaar, die van water- en oeverpieper verschillen nauwelijks. Voor mijn al iets oudere oren is dat te moeilijk, ik moet de vogels goed kunnen zien.

De laatste dagen zitten er veel vogels op de Starrevaart, voornamelijk eenden en ganzen, maar ook veel kieviten en goudplevieren, van deze laatste soorten overigens minder dan woensdag. De grote, met veel wit getinte bergeenden vielen op tussen de veel donkerder ganzen, smienten, krakeenden, wintertalingen enz., ik telde er 24.

Verder o.m. 7 bonte strandlopers, 1 kleine strandloper, 1 waterpieper op het slik, 3 brilduikers (2 vrouwen en 1 man in eclipskleed), 19 zwarte ruiters, 1 heel late grutto, ook al 1 late tureluur, 1 wulp (daarvan zie je er overal in de polders wel wat), 1 vroege scholekster en 4 dodaarzen.

* Bij de foto van de paarse zwam schreef ik gisteren dat het waarschijnlijk een paarse knoopzwam was. Paddenstoelen blijven een lastig onderwerp: het is een paarse korstzwam (Chrondrostereum purpureum), zo kreeg ik van een deskundige lezer te horen.

Zanglijster (Turdus philomelos – Song trush) langs de ka naar de hut, de vleugels hangen in ‘ruststand’.