Dinsdag 28 oktober 2003 – Nog weinig wintergasten

Mist weerhield me er vanmorgen van om vroeg naar de Starrevaart te gaan. Het plan was om bij zonsopgang de vogels die op en rond de plas overnachten, te zien vertrekken naar hun voedselgebieden. Zoals waterpiepers, kleine zwanen, wulpen en andere soorten. Toen ik er rond half 10 aankwam, was het stil op de plas. Een ijsvogel liet zich bij het bankje in de oosthoek zien, ze vloog later voor me uit toen ik naar de hut wandelde en ik zag haar (of een ander vrouwtje, in elk geval een rode ondersnavel) ook op de terugweg. Bij de parkeerplaats zat een man ijsvogel in de struiken.

Twee ijsvogeltjes (Alcedo atthis – Kingfisher; male left, female right) bij de Starrevaart, links man en rechts vrouw.

Op de vogelplas verder o.a. 11 bonte strandlopers, 2 kemphanen, 1 vrouw brilduiker, 12 zwarte ruiters en 2 tureluurs. In de Westbroekpolder 3 kleine zwanen (er zitten er nog steeds weinig in de polders; wel enkele duizenden inmiddels in het Lauwersmeer waar ze zich volvreten met de knolletjes van het fonteinkruid) en 1 grote zilverreiger, zo’n grote zilver ook in De Wilck waar het mannetje slechtvalk op een hek zat.

Vaste wintergasten op de Starrevaart zijn de brilduikers (Bucephala clangula – Goldeneye, female) met hun punthoofden. Ook hiervan zijn er nog niet veel, vandaag zwom er een vrouwtje (gele snavelpunt, een juveniele vogel heeft een geheel donkere snavel) voor de hut langs. De nonnetjes kunnen nu ook zachtjesaan arriveren, vorig jaar zag ik de eerste op 6 november.