Mrt02_11

Maandag 11 maart 2002 – Tureluur in De Wilck

Na de kieviten, scholeksters en grutto’s is nu ook de eerste tureluur neergestreken op de broedgronden in De Wilck. Op de Starrevaart, voor dit soort vogels een geliefde pleisterplaats om na de lange vlucht uit Afrika op krachten te komen, zaten er vandaag 5, tussen een paar honderd grutto’s. Er waren nog ten minste 12 brilduikers (5 man en 7 vrouw), verder weer het groepje van 3 dodaarzen, de Hamble Point scholekster, een aan beide poten geringde zilvermeeuw, een tjiftjaf en, hoewel helemaal tegen de zuidoever, opvallend door hun geelbruine borsten: 4 gele boomeenden, of rosse fluiteenden zoals ze ook worden genoemd, hun wetenschappelijke naam is Dendrocygna bicolor. Na een kwartiertje waren ze vertrokken.

Vorig jaar had ik al eens zo’n ‘nachteend’ – ze foerageren in hun normale tropische leefgebieden ’s nachts – in het Spookverlaat gezien. Behalve hun geelbruine voorkomen is de zwarte lengtestreep achterop de nek een duidelijk determinatiepunt. In de Weipoort zat ook vandaag nog de opvallend egaal grijszwart bevuilde zilvermeeuw op het weiland.

Kluut110302

Op het – inmiddels gedeeltelijk verzonken – eilandje voor de Starrevaarthut zat vandaag een kluut (Recurvirostra avosetta). Het ‘schelpenstrand’ lijkt erg geschikt voor de kluut om te gaan broeden.

Merel110302

De merels (Turdus merula) in m’n tuin laten me niet los. Vandaag zat het mannetje weer heel zachtjes voor zich uit te zingen. Hij is dan zo in trance, dat je gewoon onder hem kan gaan staan zonder dat hij wegvliegt. Zou hij treuren om z’n partner die na haar nestbouw verdwenen is, of lokt hij ze juist naar het nest, of is ze bij de buren met een nest bezig? Er zijn veel vragen in het leven waarop je nooit een antwoord zult krijgen.

Merel110302A