Dec01_12

Woensdag 12 december 2001 – Het smelleken

Beelden van de kleinste roofvogel die in ons land voorkomt, ontbreken in de paar jaar oude film over (alle) Nederlandse roofvogels en uilen, zo moeilijk is hij te filmen. Het smelleken. Broeder van Noord-Europa, hier een schaars geziene wintergast, kleiner dan zijn neefjes en nichtjes boomvalk en torenvalk, snelle en wendbare vlieger, scherend over de grond, geeft z’n prooi meestal weinig kans.

Vanmiddag vloog een smelleken bij de boerderij langs de Westvaart in Hazerswoude, het bruin van vleugels en rugveren – dus een vrouwtje of een jonge vogel – kleurde donker onder invloed van het somber stemmende uitspansel. Met z’n korte vleugels, die in hoog tempo op en neer bewogen, wiekte hij over het water, langs de slootkant, en weg was ‘ie, niet te zien waar hij bleef. Zeven seconden misschien, meer tijd krijg je niet, maar het is voldoende om een dag lang na te genieten.

Ik was niet van plan een Vogeldagboek te maken, dacht vanmiddag alleen even de kleine zwanen te gaan tellen. Maar zo’n twintig vinken in de tuin beurden me meteen op, het mannetje slechtvalk, omzoomd door 3 buizerds, en 7 kemphanen in De Wilck deden me vergeten dat het geen mooie vogeldag was. En dan nog het smelleken! Noteren dus maar!

En de kleine zwanen? Alle bietenvelden lijken omgeploegd, de zwanen moeten het verder met gras doen, kleine groepjes in de Riethoornse Polder, aan de oost- en westkant van De Wilck en in de Oostbroekpolder, in totaal 81 adulte en 26 juveniele vogels. Opnieuw een opvallend hoog percentage (van ruim 30) jonge zwanen.