Dec01_03

Maandag 3 december 2001 – Vogels in de mist

Missssst. Niet erg dicht, maar de hele morgen onvoldoende zicht om te vogelen. Rond 10 uur hoorde ik boven Benthuizen het wat klaaglijke maar aangename hoe-hoe van kleine zwanen. Ze waren hoorbaar aan het dolen, aan het rondjes vliegen, hun geroep hield lang aan. Uiteindelijk stierven de geluiden naar het westen en naar het oosten weg.

Bij helder weer roepen vliegende kleine zwanen ook wel, maar hun communicatie was nu veel intensiever, het leek wel of de hele lucht met hun misttoeters vervuld was. Het was duidelijk dat ze geluidscontact met elkaar onderhielden om onderweg naar hun foerageergebieden niet te verdwalen.

Mist is trouwens niet alleen voor mensen uiterst hinderlijk. Van vroeger weet ik nog dat de postduiven van mijn vader bij mist wegbleven, omdat ze dan hun richting niet konden bepalen door het ontbreken van (zon)licht. Trekvogels maken ook gebruik van de zon, en ’s nachts van sterren en de maan en ook nog van aardmagnetisme. Maar hoe vogels zich nu precies oriënteren op de plaats waar ze naartoe willen, is nog steeds een raadsel van de vogeltrek. Ik weet niet hoe dat zit met voedsel- en slaaptrek, maar ik neem aan dat die trek ook te maken heeft met de kompassen die vogels tot hun beschikking hebben.

Vanmiddag ging de mist over in lichte regen. Er zitten de laatste dagen minder kleine zwanen in de omgeving dan de vorige weken, vrijdag kwam ik uit op 184, vandaag telde ik er in totaal 113, op 7 verschillende plaatsen, de grootste groep zat in De Wilck (56).