Aug2000_vervolg

15-31 augustus 2000

Dinsdag 15 augustus 2000

’t Is 15 augustus, je weet het en toch schrik je nog als het eerste schot valt, evenals een eend: het jachtseizoen is geopend. Mijn vriend de oud-landbouwer, die kwartels zo goed kan nabootsen en er zo leuk over kan vertellen, heeft zich met jachthond en gepast hoedje verscholen aan de rand van een tarweveld. Zijn eerste schot was raak, ik heb hem een tijdje in de gaten gehouden, maar twee houtduiven ontsnapten vervolgens aan zijn hagel. ‘k Ben maar verder gefietst, ook een beetje bang dat hij naar me zou zwaaien, met lustschutters heb ik het niet zo op.

Een buizerd, 3 bruine kiekendieven en een boomvalk waren aan het jagen langs het Molenslootpad, een paar gele kwikstaarten en ringmussen en verder veel houtduiven, kieviten en spreeuwen die zich opmaken om bij Noordhove te gaan slapen. In de Benthuizer Plas liggen al een paar honderd eenden te wachten op de duisternis.

Bij de Zevenhovense moerasjes was het vanmorgen vreedzamer. Met Luuk Punt vol bewondering gekeken naar de grote verscheidenheid aan vogels in zo’n betrekkelijk klein gebied. Uit zijn verslag blijkt dat het er 42 waren. De meest ‘bijzondere’: groenpootruiters, bosruiters, zwarte ruiters, witgatjes, bonte strandlopers, kleine strandloper, bontbekplevier, een aantal (juv) kleine plevieren, goudplevieren, kemphanen in alle maten en kleuren, grutto’s, tureluur, winter- en een paar zomertalingen, slobeenden, kluten, enkele tientallen watersnippen, een glimp van een tapuit, buizerds, bruine kiekendief en sperwer.

Woensdag 16 augustus 2000

Het begint al weer snel vroeger donker te worden. Zo rond half 10 was niet meer te zien welke late vogels hun slaapplaats opzochten, te horen waren ze nog wel. Zoals de Grote Canadese Ganzen, de aanwezigen en de binnenkomers begroetten elkaar met hun kraanvogelachtig geroep. Terwijl de meeste vogels al met hun kop in de veren zaten, gingen de meer dan veertig lepelaars met zichtbaar genoegen aan het souper. Evenals maandag was de lepelaar aanwezig met rechts een gele ring boven en een rode onder en links boven een aluminium en onder een witte ring met zwarte horizontale band. Hij zat nu dichterbij.

Wat opviel – heb ik al eens eerder bij een scholekster gezien – dat de ene ring wat onder de andere schuift. In dit geval het aluminium deel onder de witte/lichtgele ring met band. Daardoor had ik maandag een iets vertekend beeld gekregen, waardoor de band net boven het midden leek te zitten. Nu was goed te zien dat de zwarte band precies in het midden van de lichte ring zat. Een van de twee heilige ibissen droeg ook een ringetje.

Samen met Luuk Punt de Starrevaart rondgedwaald. Op de ka aan de westzijde werden de vouwen bijna uit onze broek gereden door drie mountainbikers. Van die zijde, met het licht in de rug, hadden we een mooie kijk op de slikplaten met de talloze vogels. Het zou een hele avond vergen om de zomertalingen te ontdekken tussen de wintertalingen en de andere eenden, er moeten er heel wat zitten, we hebben nu vluchtig gekeken. Veel oeverlopers, nu we zo tegen slaaptijd rondliepen, kwamen er uit de oevers steeds nieuwe gevlogen, een stuk of twintig.

Ten noorden van de hut werd het riet platgedrukt door het gewicht van een massa spreeuwen. Een sperwer vloog met een spreeuw in z’n poten naar de bomen langs de Kniplaan, een boomvalk was al een uurtje eerder die bomen ingedoken. Bij de Kniplaan borrelde water omhoog, zou er vers water worden binnengelaten?

Donderdag 17 augustus 2000

Vanavond een rondje langs verdwijnende moerasjes. In Zevenhuizen zijn ze bij het ‘moerasje’ aan het werk, het waterpeil is sinds dinsdag drastisch gezakt, het grootste deel wordt nu gevormd door slikken. Daarop wel veel vogels, o.a. 2 Temmincks strandlopers, 2 kleine strandlopers, 1 juv bonte strandloper, 1 bontbekplevier, 7 kleine plevieren, 31 kemphanen, nog meer watersnippen, kluten, 4 grutto;s, 15 bosruiters, 3 groenpootruiters, 3 witgatjes en overvliegend een mannetje bruine kiekendief, een buizerd en een regenwulp.

Hoe lang het Noordhovense moerasje er nog in de huidige vorm ligt, blijft wat onduidelijk. In elk geval verblijven er steeds minder vogels in het water. In het riet wemelde het van de spreeuwen, een boomvalk nam een kijkje. Enkele malen het gekrijs van een waterral, een porseleinhoen liet zich kort zien. Verder o.a. 1 oeverloper, 2 zwarte ruiters, 1 witgatje, 6 kemphanen en de 6 ganzen, al enkele jaren de Wilckganzen genoemd (kruisingen tussen sneeuwganzen en andere ganzen), anderen spreken van (echte?) sneeuwganzen. De geleerden zullen het hier wel nooit over eens worden.

Vrijdag 18 augustus 2000

Onderweg naar Starrevaart 4 bruine kiekendieven ten noorden/noordwesten van Benthuizen, in Oostbroekpolder zo’n 50 wulpen. Bij aankomst vogelplas klonk het kenmerkende geroep van Grote Canadese Ganzen, een groep van 68 vertrok naar het noorden. Op bankje gezeten, zoals bijna overal waar je met je telescoop opduikt, zijn mensen bijzonder enthousiast als je ze aanbiedt er een kijkje door te nemen. “Wat zijn dat voor grote roofvogels?” “Aalscholvers mijnheer”. “En die witte die daar staan, zeker zwanen?” “Nee, dat zijn lepelaars, kijk meer eens naar de lepels aan hun snavel”.

Ik telde 32 van die beesten met lepels, verder o.a. 42 zwarte ruiters, 8 bontbekplevieren hebben een uurtje staan pleisteren, 2 groenpootruiters zaten op het slikje in de zuidoosthoek, een torenvalk werd bij de Kniplaan achtervolgd door een kraai, 7 kemphanen, 7 oeverlopers, 13 grutto’s, 1 kluut, 1 geoorde fuut, m en vr rosse stekelstaart, 1 Indische gans en 2 watersnippen. Heb een poging gewaagd de winter- en zomertalingen op het slik te tellen, maar als die beestjes zich met de kop in de veren opkrullen en ze hun achterkant slecht laten zien, is dat (voor mij) onbegonnen werk. Maar er zaten er behoorlijk wat.

De regen druppelde ’s avonds eerder dan verwacht. Toch nog de wei in, een koe in de Barrepolder wilde daar juist uit en was in een slootje gaan staan. De boer gewaarschuwd. Hij bevestigde een speciale klem aan z’n tractor, deed die (met twee man) om de stevige ribbenkast van de koe, die het van de zenuwen dun door de sloot liet lopen, en hees haar terug in de wei. Door deze operatie geen tijd gehad om naar vogels te kijken, vlug voor het donker door naar de Noordhovense moerasjes.

Daar stonden twee jongelui, later bleken het snelle Rotta-jongens te zijn (één van hen had iets opgevangen over kleinst waterhoen en dat op de vogellijn gezet). Met elkaar genoten van drukke activiteiten van porseleinhoentjes, ten minste drie tegelijk. Een zo’n hoentje vloog over de plas (witte voorvleugel mooi te zien) om bovenin de rietstengels te gaan hangen! Uit de rietkragen klonken allerlei geluiden van waterrallen, 1 in beeld. Verder o.m. 1 sperwer, 4 zwarte ruiters, 1 oeverloper, 1 witgatje, 1 kemphaan en 2 watersnippen. De 6 ‘Wilck-ganzen’ niet gezien, volgens hen verblijven deze kruisingen ook regelmatig in Moerkapelle.

Zaterdag 19 augustus 2000

’s Morgens met boswachter Arjan van Ogtrop in en over De Wilck een vervolggesprek gehad over de bewegwijzering. Nadat er nieuwe borden zijn geplaatst, heb ik minder mensen voorbij het bordje Verboden Toegang zien lopen. Wel hengelaars, onlangs is een artikel geplaatst in het blad van de Haagse vissersvereniging om de leden erop te wijzen dat dit gebied niet (meer) voor hen toegankelijk is.

Verder laten boeren het hek nogal eens openstaan wat ‘uitnodigend’ werkt. De meeste misverstanden ontstaan, zo had ik al eerder aan SBB gemeld, door de fiets op het info-bord van De Wilck, het lijkt alsof men in het gebied mag fietsen. Van Ogtrop was het hier mee eens en beloofde dat er vóór het hek een nieuw infobord zal komen. Een sperwer volgde op zo’n vijf meter eventjes onze discussie, totdat de videocamera tevoorschijn kwam.

’s Avonds op het Molenslootpad gevogeld. Er is veel graan geoogst, de kans dat er nog kwartels komen, wordt met de dag kleiner. Op de graanresten ruzieden vier bruine kiekendieven, 3 met eigele kop (juv) en 1 met bleke kop (ad vr). Veel spreeuwen, kieviten, houtduiven en kraaien op het graan, een paar holenduiven en gele kwikstaarten. Op de Benthuizer Plas tussen de vele tientallen eenden, meerkoeten, futen en zwanen een geoorde fuut.

Maandag 21 augustus 2000

De kwartelboer riep me ’s middags in het dorp aan: hij had vanmorgen langs het Molenslootpad een kwartel gezien! Dat was hem in z’n lange leven nog niet zo vaak gebeurd. Hij had geen kwartels horen roepen, maar wat niet is kan nog komen.

Vorige week had hij me tijdens het jagen wel naar hem zien kijken, want hij ‘verontschuldigde’ zich min of meer dat hij twee houtduiven had gemist. “Ik zat wat ongelukkig op m’n knieën en dan kan je niet zo goed mikken”. Hij had de dagen daarna meer succes gehad toen hij zich aan de rand van een maïsveld had verstopt. Hoe hij de eenden, die toch in de rui zijn, uit elkaar houdt? “Nou, het zijn toch allemaal wilde eenden?” Talinkjes herkent hij wel, maar of er nu een wilde eend of een slobeend aankomt, zeker ’s avonds, “dat kan je toch niet zien? En de poelier betaalt voor allemaal evenveel”. Hoewel ze eigenlijk wat magertjes zijn, “ze moeten nog een paar weken gerst eten, ze moeten nog wat opvetten”.

’s Avonds wezen luisteren, geen kwartels. De auto van m’n jagende kwartelvriend stond er, van de man geen spoor. Pas toen ik veel verder was, hoorde ik hem knallen. Misschien had hij zich voor mij verstopt…. Drie bruine kiekendieven en een vr blauwe kiekendief, allemaal op zoek naar prooi in de (gemaaide) korenvelden.

Honderden zwaluwen maakten laag boven het koren sierlijke jachtvluchten op insecten, tegen een gloedvolle achtergrond van de ondergaande zon, die een geheimzinnige waas kreeg door de vochtige lucht en de grillige wolkenformaties. Meerdere malen vlogen de zwaluwen kwetterend in grote groepen vlak over en langs me heen. Soms voelde ik me even één met hen, heel even maar, want dan waren ze al weer honderd meter verder.

22 en 23 augustus 2000

Het is prachtig vogelweer, door omstandigheden komt er weinig van. Dinsdagavond met Sjaak Schilperoort rond de Starrevaart gelopen, wat hoort en ziet zo’n man veel! Een leuke en leerzame avond. Geen bijzondere waarnemingen, de ‘bekende’ verschijningen op de vogelplas, een boomvalk, een smient met een rode kop maar nog geen geel voorhoofd, een flink aantal zomertalingen, pijlstaarten, veel luidruchtige Canadese ganzen en wulpen, luid roepende oeverlopers en witgatjes, een groenpootruiter, de restanten van een kerkuil, een luchtballon in condoomvorm boven Zoetermeer.

Woensdagmiddag even in De Wilck, 2 torenvalken, 2 boomvalken bij het geriefbosje, 1 buizerd en 1 bruine kiekendief. In Benthuizen een sperwer tussen de sierduiven, die gingen stijf van schrik recht omhoog de lucht in.

Donderdag 24 augustus 2000

‘k Kon m’n ogen vanmiddag niet geloven, het leek wel een leeuw met een grote prooi in z’n bek die met veel moeite het slachtoffer tussen beide voorpoten meesleepte. Alleen was het niet Afrika maar de Groenendijkse polder en het roofdier was niet bruin en ook niet groot, het was een zwart-witte huiskat die met een enorme inspanning maar met leeuwenmoed een haas bij de keel te pakken had en die, met de nodige adempauzes en achtervolgd door een groep kraaien, naar een schuilplaats bij boerderij Die Barle sleepte.

Daarvoor op het bankje bij de Starrevaart een paar uurtjes van de zon zitten genieten. Een paartje rosse stekelstaart met twee opgeschoten kinderen, zouden dit de enige overlevenden zijn van die zeven schattige pul-en? Er waren o.m. 42 lepelaars, pijlstaarten, kemphaantjes, 2 bosruiters, 25 zwarte ruiters, 2 bruine kiekendieven waarvan een toilet had zitten maken in de begroeiing van de meeuwenkolonie en enkele vaste bezoekers zoals de Indische gans, aalscholver KS en heilige ibis met links aluminium ring.

Langs het Molenslootpad ’s avonds diverse bruine kiekendieven en 1 sperwer. Enige opwinding in Noordhove onder de aanwezige leden van de Zoetermeervogels door de aanwezigheid van een fotograaf en de aanstaande reportage in de Zoetermeerse bijlage van de Haagsche Courant over dit unieke stukje natuur. Zou de gemeente haar plannen nog willen wijzigen? De porseleinhoentjes lieten zich trouwens niet zien, waterrallen waren te horen. Verder een rumoerige familie kleine karekiet, 2 oeverlopers, 4 kemphanen en 3 zwarte ruiters.

Uiteraard weer veel eenden en spreeuwen, een doodskreet uit het riet deed sommigen veronderstellen dat een waterral in de spreeuwenkolonie had toegeslagen. De ondergaande zon verlichtte de wolken met prachtige kleuren, zo felrood en hardgeel zie je het zelden, het moerasje kreeg er een extra uitstraling door.

Vrijdag 25 augustus 2000

Met Aad Z. ’s morgens/’s middags gewandeld over de Elfenbaan aan de kant van Heineken. Het (zonder vergunning niet toegankelijke) gebied ligt tussen rijksweg 11 en de spoorlijn, veel lawaai dus. Het is slechts zo’n honderd meter breed en vooral aardig voor plantenliefhebbers; wij hebben onze kennis van de flora wat opgefrist. In de begroeiing veel putters (zeker dertig), kneuen, (jonge) groenlingen en dus steeds een sperwer in de buurt. Een boomvalk zat wat te eten, een bruine kiek bekeek alles van flinke hoogte. Aan de westkant over het fietspad gelopen, tjiftjafs (die we trouwens overal hoorden), koolmezen, winterkoninkjes, een luidruchtig overvliegende DC4.

Wat een enorm verschil met de rust aan de Kruiskade, het wandelpad achter Spookverlaat. Het meeste lawaai maakten 2 jonge boomvalken bij de prooioverdracht (in de lucht) door hun ouder(s). Bij een boerderij vlogen nog wat huiszwaluwen – ze hebben daar gebroed -, verder 2 sperwers, een roepende buizerd (die zie je op het ogenblik niet zo veel), staan luisteren naar verschillende soorten geluidjes van koolmezen en gekeken naar de verschillende soorten snavels (van donker bij heel jonge beesten tot rood/donker/gele punt van adulten) van waterhoentjes. Een waterkipje was bezig in hoog tempo een nieuw nest in elkaar te vlechten. Hoe rustig het ook was, een met gaatjes doorboord blikje van Diabolo-windbukskogeltjes verraadde dat het hier soms kan spoken.

’s Avonds op de fiets langs het Molenslootpad, in de hoop op kwartelgeluiden. Maar in plaats daarvan het aanzwellend geluid van talloze vogels, spreeuwen, spreeuwen, duizenden spreeuwen op een pas gedorst korenveld waarop mest was uitgereden. Het zag er letterlijk zwart van de spreeuwen, gadegeslagen door drie bruine kiekendieven. Een half uurtje staan kijken en luisteren.

Opeens verstomde het geluid, ik gaf al de ‘schuld’ aan een sperwer of andere roofvogel, maar het was kennelijk het seintje om te gaan slapen: de zwerm steeg geluidloos op, een adembenemend gezicht als van een zwarte wolk die over me heen zweefde, een enkel wit vlekje op m’n bodywarmer achterlatend, om een eind verderop neer te dwarrelen in het riet van de Noordhovense moerasjes.

Dinsdag 29 augustus 2000

Eindelijk weer puf om er wat langer uit te gaan, vanmiddag (dus) naar de Starrevaart. Via de homepage van Sjaak S. was ik er al op voorbereid: het wemelt er van de eenden, ook al een flink aantal smienten, bij sommige begint de gele vlek op het voorhoofd al te voorschijn te komen. Heb me maar niet aan het tellen van de eenden gewaagd, als ze zo zitten te dutten met de kop in de veren moet je bijna eend voor eend bestuderen om te weten welk merk het is. Aalscholvers tellen ligt me beter, dat zijn tenminste duidelijk herkenbare vogels: er zaten er 122, inclusief de geringde KS. Verder o.m. 41 lepelaars, 17 kemphanen, 36 zwarte ruiters en 20 goudplevieren.

In de hut natuurfilmers Jan van den Ende en Monique van den Broek, met een 16 mm camera. Ik vraag me wel eens af hoe die mensen hun brood kunnen verdienen: in dit geval leverde een paar uurtjes zitten volgens mij geen bruikbaar beeld op. Ze maken een film over de trek van de ooievaars en ‘projecteren’ dat op de trek van andere vogels. Ik kon hun verhaal niet goed volgen waarom ze dan op de Starrevaart gingen filmen. Mijn aanbod om vanaf de korenmolen in Oud-Alblas (m’n geboortehuis, waar nu m’n broers wonen) het ooievaarsnest aan de overkant te filmen, werd in dank aanvaard.

De afgelopen dagen heel kort ten noorden van Benthuizen gevogeld. Aan het einde van het Zwetslootpad in de Barrepolder zit sinds zondagmorgen een paartje tapuiten. Er was een zwarte kraai met een zwarte kop, zoals het hoort, maar de rest van z’n verenpak, zowel hals, vleugels als buik, waren afwisselend wit en zwart, het leek wel een postduif. In de Barrepolder is sinds gisteren een vrachtwagen bezig om op drie weilanden stalen rijplaten te leggen. Ik vind dat soort activiteiten bedreigend: het betekent meestal niet veel goeds voor de natuur. In De Wilck vluchten van honderden goudplevieren, maandag 2 boomvalken bij het geriefbosje.

’s Avonds zaten 3 bruine kiekendieven (mannetje, vrouwtje met heel lichte kop en juv met eigele kop) te loeren naar de vele honderden spreeuwen langs het Molenslootpad. Ook een paartje biddende torenvalkjes boven de gemaaide korenvelden, waarop ook 9 kemphanen foerageerden. Al die spreeuwen, en ongetwijfeld nog een boel elders vandaan, doken ’s avonds bij de Noordhovense moerasjes in het riet. Daar zaten verder o.a. 13 zwarte ruiters, 5 kemphanen, 3 oeverlopers, 1 watersnip en 1 boomvalk.

Woensdag 30 augustus 2000

Het ‘grote’ Zevenhuizense moeras staat nu bijna droog. Gisteravond zaten er kennelijk nog tal van kleine sliklopers, vanmorgen slechts een paar kemphanen en witte kwikken. In het ‘kleine’ moeras ernaast was iets meer dan te beleven, evenals in de grote zandwinput er tegenover, o.a. 2 groenpootruiters. Veel roofvogels present: 4 biddende torenvalkjes tegelijk, 5 buizerds en 3 bruine kiekendieven.

Verder o.a. genoteerd 3 zomertalingen, een paartje kuifeenden met 3 nog kleine pullen, 11 kemphanen (eentje met duidelijk iets langere snavel dan de andere), 4 kluten, 2 grutto’s, 2 kleine plevieren, 2 oeverlopers, 2 bosruiters, tientallen kneuen, een tiental witte kwikstaarten en 4 gele kwikstaarten. Een van de groenpootruiters was wel een uur druk bezig kleine visjes uit het water te halen.

Donderdag 31 augustus 2000

Het raadsel van de ijzeren rijplaten midden in de Barrepolder tussen De Wilck en de Weipoort is opgelost. Op de plaats waar ’s winters de kleine zwanen grazen, is een fraaie feesttent verrezen waar de Rabobank uit de buurt een vijfdaags eeuwfeest geeft. Dat zal de komende dagen een modderb(p)oel worden!

Vanavond in De Wilck tientallen goudplevieren, sommige nog met zwarte buiken, 6 kemphanen, tientallen wulpen, 1 buizerd, diverse stropende bruine kiekendieven (zo’n 10 gezien, waarschijnlijk enkele malen dezelfde), 2 boomvalken in de verte op een hek, putters in de distels, weer een vogelaar die zich niets aantrok van het bordje Verboden Toegang.

De heilige ibissen vermaken zich best in de Starrevaart. Vanmorgen waren er 5, 2 met ring om linkerpoot. Paartje rosse stekelstaart met 3 inmiddels grote jongen (vorige week maar 2 jongen gezien), 36 lepelaars, 1 Indische gans, 5 pijlstaarten, 2 watersnippen, een tiental zwarte ruiters, 1 kemphaan, 1 dodaars, 1 brilduiker, aalscholver met rode ring KS en een paapje dat uitrustte boven in een riethalm.