Vogeldagboek©


Dinsdag 3 januari 2006 - Steenuilenballen

Een opwindend ochtendje. Het begon al met een groep van zo'n dertig (grote) barmsijzen die vriendelijk roepend voorbij ons huis vlogen.

Daarna naar een boerderij in 'mijn' territorium. Een kennis, die op een boerderij ernaast woont, had me gebeld dat zijn buren de afgelopen tijd steeds (twee) kleine uiltjes zagen, in het donker. Ze hoopten dat ik een nachtkijker zou hebben.

Steenuil_braakballen030106C
Braakballen van steenuilen (Athene noctua - Little Owl).

Dat niet, maar als er uilenballen liggen dan kom ik er ook wel uit, had ik gemeld en vanmorgen dus op stap. En inderdaad, op een 'roestplek' tegen het woongedeelte lagen kleine uilenballetjes, van pakweg zo'n 2 tot 4 cm lang, ruim 1 cm dik, aan een kant puntig. De typische vorm van braakballen van steenuilen!

Je mag dat gerust opwindend noemen want steenuilen worden steeds schaarser, voornamelijk als gevolg van de toenemende bebouwing. Het zijn immers vogeltjes die erg op rust zijn gesteld, oude schuurtjes (en speciale nestkasten) als broed- of pleisterplaats nodig hebben, en niet ingesteld zijn op de snelheid van auto's. Misschien dat het hier om een 'nieuw' paartje gaat.

Ransuil030106
Ransuil (Asio otus - Long-eared Owl) lastig zichtbaar in het Westerpark.

Dodaars030106
Dodaars boven (Tachybaptus ruficollis - Little Grebe; above) en tureluur (Tringa totanus - Redshank) vanmiddag op de Zoetermeerse Plas.
Tureluur030106

Na de vondst van de braakballen zei mijn kennis dat er bij hem ook zulke lagen.... Ook daar, zo'n vijftig meter verderop, vond ik er enkele tientallen. Uiteraard meteen een (steen)uilendeskundige ingeschakeld, en toen ik vanmiddag nog eens langsging, hing er al een prachtige nestkast voor de steenuilen! De braakballen die ik verzameld had, zullen deskundig uitgeplozen worden. 's Winters eten steenuilen vooral muizen, 's zomers voornamelijk insecten.

Daarna ben ik nog even naar het Westerpark in Zoetermeer geweest, slechts 2 ransuilen lieten zich moeilijk tussen de takken door zien.

Op de grote Zoetermeerse Plas (sommigen noemen het onterecht de Noord-Aaplas) zat nog steeds de roodkeelduiker. Weer op grote afstand. De vogel kan heel lang onder water blijven. Daardoor zie je hem soms een tijd niet, dan blijkt hij ergens anders opgedoken te zijn. Hier ook 6 mannen brilduiker (geen vrouwtjes) en 14 dodaarzen.