'Nazomer in de polders' noemde ik gisteren m'n Vogeldagboek. Ik ging daarbij uit van de algemene uitleg van nazomer, zoals in de Dikke Van Dale staat: 'laatste deel van de zomer, periode van mooi weer kort voor de herfst'. Uit reacties van lezers is mij gebleken dat het woord nazomer op diverse manieren wordt uitgelegd. Volgens klimatologen gaat het om warme dagen tussen 17 en 25 september, anderen zeggen dat de nazomer pas op 15 september begint en doorloopt tot de derde week van oktober.

Mooi herfstweer wordt ook wel oudewijvenzomer genoemd, volgens gezegden is dat alleen als het rond 8 november warm is, klimatologen noemen de periode van 17 tot 25 september oudewijvenzomer. De term 'oude wijven' is afkomstig van een vrouwelijke watergeest met lange witte haren of van breiende oude vrouwen of van spinnen die bij rustig nazomerweer lange draden spinnen. Is allemaal nogal verwarrend: zo is het meteorologisch begin van de herfst 1 september (duurt tot 30 november) en het sterrenkundig begin van het najaar 23 september!

Vandaag was het in elk geval, in tegenstelling tot voorspellingen, weer een fraaie dag, er stond weinig wind en daardoor voelde het nog warmer aan dan gisteren. Bij de Starrevaart bevestigden een zingende fitis, tjiftjaf en heggenmus deze zomerse dag. Het was rustig op de vogelplas, met o.m. 2 dodaarzen, 2 zwarte ruiters, 1 zwarte stern (waarschijnlijk maandag ook al gezien maar toen te kort voor zekere herkenning), 1 lepelaar, 1 man rosse stekelstaart en 1 roepende waterral.