Dwaalgast in het graan

Dwaalgast_in_het_graan

Auteurs
Ben Koks en Elvira Werkman

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2022
288 pagina’s, 14 x 22 cm
ISBN 978 90 5011 859 0
€ 24,50

Dwaalgast in het graan

De steppekiekendief in vier seizoenen

Wanneer in 2017 in een akker in het Groningse Westerwijtwerd een Nederlands broedgeval van de steppekiekendief vastgesteld wordt, is dat wereldnieuws Het dichtstbijzijnde nest ligt in Oulu in Finland, 2500 kilometer verderop. En ook daar is de steppekiekendief een nieuwe broedvogel.

Het is niet toevallig dat de eerste steppekiekendieven zich in Groningen vestigen. Al jarenlang is Ben Koks daar actief als oprichter van de Werkgroep Grauwe Kiekendief en Harrier Conservation International. De grauwe kiekendief was als broedvogel bijna helemaal uit Nederland verdwenen tot er plotseling in Groningen een flink aantal in braakliggende akkers gingen broeden. Dat was voor hem aanleiding om de werkgroep op te richten ter bescherming van de vogels en het akkerland zo in te richten dat het aantrekkelijk werd voor deze vogels. En plotseling was daar de steppekiekendief! Voor ras-onderzoeker Ben Koks genoeg aanleiding om antwoorden te zoeken op allerlei vragen.

Waar komen ze vandaan? Zagen we ze eerder in Nederland? Wat zijn hun traditionele broedplekken? En waar gaan ze ’s winters naartoe? Wat eten ze daar? Wat zijn dan hun trekroutes? Enz. Om die vragen te beantwoorden worden we meegenomen naar drie continenten. We reizen naar Finland om nesten te vinden. Even bevlogen vogelaars als Ben Koks proberen daar jongen van een zender te voorzien om meer over hun trekroutes te weten te komen.

In Senegal en de Sahellanden kijken we naar het wintermenu. Daar worden op slaapplaatsen braakballen verzameld. De grauwe kiekendief eet vooral sprinkhanen, maar de steppe jaagt net als in zijn broedgebied vooral op kleine zangvogels. Als behendige vlieger is hij uitstekend in staat die te vangen. In Kazachstan gaan we op zoek naar de broedgebieden. In de eindeloze steppen valt dat niet mee.

Boeiend is het hoofdstuk over de trekroutes. Het geeft ons inzicht in de weg die de steppekiekendief aflegt naar zijn overwinteringsgebieden. Het hoofdstuk zou aan leesbaarheid winnen door het afdrukken van grotere kaarten van de trekroutes van individuele vogels. Nu moeten we het doen met slechts één, slecht leesbaar, kaartje.

Wanneer zich ergens een nieuwe soort als broedvogel vestigt, zijn we gauw geneigd om daar euforisch over te worden. Maar is dat bij de steppekiekendief ook het geval? Ze verdwijnen uit hun traditionele broedgebieden als gevolg van habitatvernietiging, het gebruik van pesticiden en soms ook nog jacht. Kortom, het bekende rijtje. Wanneer ze zich dan in nieuwe gebieden vestigen, waarom kiezen ze dan voor een Groningse akker? En niet voor natuurgebieden? De akkers zijn buitengewoon kwetsbaar, omdat het akkerrandenbeheer ook niet meer is wat het geweest is. Niet elke boer werkt nog even hard mee om de populaties kiekendieven in stand te houden.

De conclusie is eigenlijk dat ze uit armoede, bij gebrek aan beter, op zo’n akker gaan broeden. En daardoor uiterst kwetsbaar zijn. Een reden te meer om veel aandacht te vragen voor bescherming van deze prachtige soort!

Ko Katsman, 9 november 2022