De virtuoze vogelzanggids

De_virtuoze_vogelzanggids

Auteur
Nico de Haan

Illustraties
Elwin van der Kolk

Uitgave
Kosmos 2022
288 pagina’s, 14,5 x 20,5 cm
ISBN 978 90 2159 059 2
€ 25

De virtuoze vogelzanggids

Stapsgewijs vogelgeluiden leren herkennen voor iedereen
Met handige QR-codes van alle vogelgeluiden

De meeste vogelboeken gaan vooral in op het verenkleed van de vogel. Geluidsbeschrijvingen komen er meestal maar met een enkel zinnetje vanaf. En dat terwijl je de vogel vaak eerder hoort dan ziet. Bovendien is geluidsherkenning soms de enige manier om in het veld sterk op elkaar lijkende soorten te kunnen bepalen.

Er zijn niet veel boeken die een determinatiesleutel geven voor vogelzang: Exkursionsbuch der Vogelstimmen van Alwin Voigt, Fuglesangen i Europa, wat Amerikaanse (van Saunders 1953, Jardine 1996 en Pieplow 2017) en dan mijn eigen boeken Wat zingt daar en de Veldgids Vogelzang. Al die sleutels gaan uit van de structuur en kenmerken van het geluid. Elk geluid kun je immers kenschetsen door toonhoogte, lengte van de noten, snelheid van repeterende element en klankkleur (zuiver of grof). Gecombineerd, kun je dan iets zeggen over de complexiteit van de zang, verschillen in ritme, eventuele crescendo’s enz.

Nico de Haan, die eerder de vogelwereld verbijsterde door een vogelgids op kleur te schrijven, heeft nu, aangemoedigd door het succes van het kleurenboek, ook een boek over vogelzang uitgegeven. Hij deelt de vogels eerst in op leefgebied. Van dicht bij huis (‘park en bos’ tot ‘in het wad’ en ‘aan de kust’). Het tweede deel behandelt dezelfde vogels, maar dan ingedeeld per maand. We komen daar ook dezelfde tekeningen en QR-codes tegen. Ietwat overbodig dus dit deel, temeer daar aan het eind ook nog eens een ‘tijdbalkjesoverzicht’ zit.

Het derde deel, Vogeltaal, is interessanter. Daarin wordt de vogelzang ingedeeld op complexiteit van de zangstrofe: van ‘virtuoze imitators’, ‘herhaalzangers, ‘brabbelende zangers’, ‘eigennaamroepers’, tot ‘slikroepers’ en ‘zeldzame roepers’. Daar komt Nico in de problemen. Hoe weet de beginnende vogelaar dat een vogel zijn eigen naam zingt? En, wat is zeldzaam? Dat is natuurlijk afhankelijk van het leefgebied. De Cetti’s zanger is absoluut niet zeldzaam meer, tegenwoordig struikel je erover in moerassig gebied.

En waarom staat de zanglijster, een vogel die elke zangstrofe 3-4 maal herhaalt, niet bij de herhaalvogels? De categorieën hangen niet logisch samen, maar ook binnen de categorieën is het vaak een rommeltje. Neem een categorie als ‘grote roepers’ (hoe weet de luisteraar dat de vogel groot is?). Die omvat onder andere de schorre fazant, de houtduif, het (superzeldzame) korhoen, de kekkerende havik en de zoete zang van de wielewaal. Ik zie en hoor niet wat al die vocalisaties met elkaar gemeen hebben.

Nico geeft ook ezelsbruggetjes. De meeste zijn traditioneel (fietspompje voor koolmees), maar er staan ook onbegrijpelijke tussen. Voor de geelgors bedenkt Nico bijvoorbeeld ‘mamamamamama mag ‘ik ijsje?’ Dit lijkt er absoluut niet op. De staccatonoten van de geelgors zijn juist scherp; de klank lijkt eerder op een harde tsj dan op een zachte m.

Maar ach, heel streng hoeven we ook weer niet te zijn. Nico de Haan is de nationale knuffelbeer als het om vogels gaat. Het is geweldig wat hij zijn leven lang heeft gedaan om mensen enthousiast te maken voor vogels.

En gelukkig bevat het boek QR-codes van de circa tweehonderd Nederlandse vogels die zowel de zang laten horen als de uitleg van Nico. Hij heeft een prettige stem en vertelt leuk en met aanstekelijk enthousiasme. De geluiden komen van Xeno-canto en zijn van de beroemde Peter Boesman, die inmiddels bijna vijfduizend vogelsoorten heeft opgenomen. De tekeningen van Elwin van der Kolk zijn weer prachtig, al heb ik sommige nu wel vaak ook in andere boeken zien staan.

Dick de Vos, 25 mei 2022

 
*** Reactie van Nico de Haan ***

Dick de Vos benadert het gebruik van deze gids op de traditionele manier, buiten luisteren en dan in het boek de juiste naam erbij zoeken. Met de Virtuoze Vogelzanggids ligt dat anders. Het is de bedoeling dat je eerst een stuk of tien vogels gaat oefenen, herhalen, elkaar overhoren en dan pas de tuin in of het veld in om te luisteren of je soms een van die tien hoort. En dan weer tien. Maar niet het veld ingaan en op goed geluk proberen of je soms een vogel herkent die in het boek staat. Daar zijn al apps genoeg voor.