200904 Mijn Lieveling

Roerdomp020920C
* Roerdomp, Botaurus stellaris, Eurasian Bittern, Butor étoilé, Rohrdommel *
Jonge roerdomp woensdag tussen riet en uitgebloeide waterweegbree in Zevenhuizen.

Trouwe lezers van Vogeldagboek weten dat roerdompen van kinds af aan mijn lievelingsvogels zijn.
Vroeger ging ik met een oudere broer naar Kinderdijk om zo’n zeldzame rietstier te zien.
Toen ik zo’n twintig jaar geleden, door ziekte gedwongen, de natuur als rustpunt hervond,
waren de ontmoetingen met de roerdomp zeldzaam, maar altijd hoogtepunten in mijn natuurbeleving.

Door de aanleg van natte gebieden – met dramatische verwaarlozing van akker- en landbouwvogels –
neemt het aantal moerasvogels toe. Dit jaar met vele broedparen in mijn omgeving als hoogtepunt.
De ornitholoog A.E. Brehm beschreef in de negentiende eeuw in Het Leven der Dieren de roerdomp op een treffende manier:

“Om zich te vermommen, zet hij zich op den loop en strekt zich, zoodat de romp, de hals en de kop
met den snavel in elkanders verlengde liggen en scheef naar boven gericht zijn;
hij gelijkt dan meer op een ouden, spitsen paal of op een verdord bos riet dan op een Vogel.

Zijn gang is langzaam, voorzichtig en traag, zijn vlucht zacht, onhoorbaar, langzaam en schijnbaar plomp.
Traagheid en langzaamheid, angstvalligheid en argwaan, list en geveinsdheid, boosaardigheid en valschheid
zijn kenmerkende eigenschappen van den Roerdomp. Hij leeft slechts voor zichzelf
en schijnt ieder ander schepsel te haten; die dieren, die hij verslinden kan, doodt hij;
die, welke hiervoor te groot zijn, hebben woedende aanvallen van hem te verduren, wanneer zij hem te na komen.

Zoolang mogelijk ontwijkt hij iederen grooten tegenstander; in ‘t nauw gedreven, gaat hij hem dolkoen te lijf
en richt zijne snavelstooten zoo behendig, kwaadaardig en snel op de oogen van zijn tegenpartij,
dat zelfs de schrandere mensch zich zeer in acht moet nemen om niet gevaarlijk gewond te worden.”

IJsvogel030920

IJsvogel030920A
* IJsvogel, Alcedo atthis, Kingfisher, Martin-pêcheur d’Europe, Eisvogel *
Voor veel fotografen vormen ijsvogels het ultieme onderwerp. Er zijn zelfs (betaalde) vogelhutten
waar je ‘onder garantie’ op heel korte afstand deze ‘waterspechten’ op je fotokaartje kan vastleggen.
Dit mannetje (zwarte ondersnavel) zat gisteren tijdens een bui voor een ‘gewone’ kijkhut, dichtbij en op grote afstand.

Bontestrandloper020920
* Bonte strandloper, Calidris alpina, Dunlin, Bécasseau variable, Alpenstrandläufer *
Langs slikrandjes op de roeibaan in Zevenhuizen foerageerden woensdag diverse bonte strandlopers.
In deze tijd van het jaar hebben ‘bontjes’ nog wat zwarte vlekken op hun buik van het zomerkleed.

Bontbekplevier020920
* Bontbekplevier, Charadrius hiaticula, Common Ringed Plover, Pluvier grand-gravelot, Sandregenpfeifer *
Op dezelfde plek (vrij ver weg) foerageerde een juveniele bontbekplevier. Zou die hier uit het ei zijn gekropen?

Rietgors020920
* Rietgors, Emberiza schoeniclus, Reed Bunting, Bruant des roseaux, Rohrammer *
Ook in Zevenhuizen deze rietgors. Een jonge vogel, een adulte vogel in winterkleed? Ik weet het niet.

Kleinekarekiet020920
* Kleine karekiet, Acrocephalus scirpaceus, European Reed Warbler, Rousserolle effarvatte, Teichrohrsänger *
Veel rietzangertjes zijn al naar het zuiden vertrokken, maar kleine karekieten zijn nog volop aanwezig. Zevenhuizen.

Wespspin270820
* Wespspin of Tijgerspin, Argiope bruennichi, Wasp Spider, Argiope frelon, Wespenspinne *
Wellicht de mooiste spinnen die er zijn: een wespspin, tijgerspin. Overal te zien. Bentwoud vorige week.

Gewonevliegendoder020920

Gewonevliegendoder020920B

Gewonevliegendoder040920
* Gewone vliegendoder, Mellinus arvensis, Field Digger Wasp, Melline des champs, Kotwespe *
Onder de sierconifeer in ons voortuintje zag ik woensdag een tiental zandhoopjes met gaatjes bovenin.
Op mijn buik gaan liggen (…) en daar verschenen al rap de graafwespen die deze bouwwerken gemaakt hadden.
Het bleken ‘gewone vliegendoders’ te zijn, een algemene soort graafwesp. Ze graven holletjes tot dertig cm diep,
maken daar kamers in en slepen hun prooien naar binnen. In elke kamer deponeren ze diverse slachtoffers,
waarin ze per vangst een eitje leggen: de uitkomende larven hebben dan meteen te eten!
Overigens gebruiken gewone vliegendoders hun vangsten ook voor de eigen suiker- en eiwitbehoefte.
Die worden gekneed en gemasseerd, totdat er vloeistof uit de zuigsnuit loopt wat opgelikt wordt.
Op de onderste foto een viertal holletjes, waarvan de ingang altijd net aan de zijkant van de top zit.

Grotezeefwesp_Tenthredo_coll280820
* Grote zeefwesp, Crabro cribrarius, Slender Bodied Digger Wasp, Crabron clibré,
Schildbeinige Silbermundwespe *
* Tenthredo marginella/thompsoni, Tenthredo marginella/thompsoni, Tenthredo du groupe marginella,
eine Echte Blattwespe *
Nog twee mooie geel-zwarte (ongevaarlijke) wespen, op gewone berenklauw langs de Meeslouwerplas.
Een grote zeefwesp, een soort graafwesp (links) en een bladwesp die geen Nederlandse naam heeft.