141006 Koppie krauw

Blauwereiger061014J

Blauwereiger061014E
Blauwe reiger (Ardea cinerea, Héron cendré, Heron) vanmorgen naast de vogelhut op de Starrevaart.
Bij het krabben aan zijn kop gingen zijn ogen (half) dicht. Gevoel van welbehagen?
Het is een vogel die zijn tweede winterjaar ingaat: een lichtgrijs voorhoofd, volgend jaar is hij volwassen
en dan is zijn voorhoofd wit. Jonge vogels, van dit jaar, hebben een donkergrijze kruin zonder pluim.

Grauweganzen061014
Grauwe ganzen (Anser anser, Oie cendrée, Greylag Goose) vliegen synchroon boven de Vogelplas.

Smient061014
De meeste krakeenden zijn alweer in prachtkleed. Hun korte, fluitende baltsroep
pie hoor je de hele dag.
Maar nu er steeds meer smienten (Mareca penelope, Canard siffleur, Eurasian Wigeon; male, eclips) arriveren,
overstemmen die met hun luide fluittonen de andere eendensoorten. Op de foto een man in eclipskleed:
de oranjegele kleur van zijn voorhoofd schemert al een beetje door het donkere roodbruin heen,
zijn flank en schouderveren worden lichtgrijs en zijn achterste wordt roetzwart. Ook Starrevaart vandaag.

Libel_larve060914
De larve van een libel (libellule, dragon fly, larva), in waterbak Dwingelderveld, september.

Behaardebijenwolf150614
Het was vanmorgen grauw, mistig. Daarom als tegenhanger van de grijze foto's in dit Vogeldagboek,
een kleurrijk insect, een behaarde bijenwolf (Trichodes alvearius, Trichode des ruches). Dordogne, juni.
De larve van van dit insect uit de familie van de mierkevers, leeft in bijennesten en eet daar alles op wat eetbaar is.
De volwassen behaarde bijenwolf zie je op bloemen en leeft van andere insecten. In ons land zeer zeldzaam.
De bijenwolf (T. apiarius) komt bij ons, in het zuiden, algemener voor. De behaarde bijenwolf is iets groter
en heeft drie dwarsbanden; de 'gewone' heeft twee banden plus een donkere vlek aan het puntje van het dekschild.

***
Horen met een schelpenhoorn

In het vorige Vogeldagboek schreef ik dat de wulk onze grootste 'horen' is. Diverse lezers reageerden
dat het 'hoorn' moest zijn en geen 'horen'. Beide schrijfwijzen zijn evenwel correct. Alleen gebruiken malacologen
(schelpendeskundigen) de term 'horen'. Ook in schelpenboeken komt vrijwel uitsluitend de term 'horen' voor.
Je kan de zee horen ruisen door een schelpenhoorn tegen je oor te houden!