Planten tellen

Planten_tellen.jpgAuteurs
Piet Bremer, Eelke Jongejans,
Gerard Oostermeijer en Jo WillemsUitgave
KNNV Uitgeverij 2012
160 pagina’s, harde kaft, 16,5 x 24 cm
ISBN 978 90 5011 407 3
€ 19,95
Planten tellen
Over demografisch onderzoek
Door tellingen, ringonderzoek en inventarisaties is er enorm veel bekend over de Nederlandse vogelwereld. Je kunt daarbij denken aan schommelingen in aantal, broedresultaat, gemiddelde leeftijd per soort, etc. Veel gegevens zijn gebaseerd op tellingen, grotendeels uitgevoerd door enthousiaste amateurvogelaars, die een belangrijke steun bieden bij de bescherming van de vogels.

Over de plantenwereld is veel minder bekend. Weliswaar worden er geregeld in zogeheten proefvakken aantallen planten geteld (dit is louter vegetatiekundig onderzoek), maar daarbij wordt niet of nauwelijks verdergaand onderzoek gedaan, waarbij ook rekening wordt gehouden met de leeftijdsopbouw van de individuele planten, de wijze en mate van uitbreiding van de individuele planten, en de structuur in populaties van een soort (dan heeft men het over echt demografisch onderzoek).

Zodra dat wel gebeurt, komen meteen spectaculaire ontdekkingen aan het licht. Zo heeft men lang gedacht dat de bekende plant klokjesgentiaan optimaal groeide in een zogenaamde dopheide-associatie (een plantenverbond waarin dopheide één van de kenmerkendste soorten is). Daar was het beheer dan ook op gericht.

Demografisch onderzoek heeft echter aangetoond dat een jonge populatie klokjesgentianen slechts goede kansen op overleving heeft in de associatie van moeraswolfsklauw en snavelbies. Door deze vondst konden heel wat beheerplannen die speciaal voor de Rode-Lijstsoort klokjesgentiaan waren geschreven, zo de prullenbak weer in.

In ‘Planten tellen’ staan nog meer voorbeelden van ontdekkingen door demografisch onderzoek aan planten. Het is bijna verbijsterend om te lezen dat in een land waarin zo wat alles wordt onderzocht, dit type onderzoek zo’n ondergeschoven kindje blijkt te zijn.

En dat terwijl veel demografische onderzoeken gemakkelijk door amateur-botanici kunnen worden verricht. In ‘Planten tellen’ worden behalve professionele plantenonderzoekers en terreinbeheerders ook vrijwilligers enthousiast gemaakt. Amateurs kunnen belangrijk en origineel onderzoek verrichten, want planten zijn geschikte objecten voor de monitoring van ecologische processen!

Het boek weet het toch wat ingewikkelde onderwerp heel goed inzichtelijk te maken. Het is vlot geschreven en voorzien van vele mooie plantenfoto’s en interessante grafiekjes. Na een algemene inleiding over plantendemografie en over typen demografisch onderzoek, worden voorbeelden gegeven van eerder onderzoek aan diverse plantengroepen (naast hogere plantengroepen ook bijvoorbeeld aan paddenstoelen en korstmossen).

Een boek dat aanzet tot bestudering van planten. Wie pakt de handschoen op?

Ronald Klingers, 30 juli 2012