Dagvlinders van Europa

Dagvlinders_Europa.jpg

Dagvlinders_Europa1

Auteur
Tristan Lafranchis

Vertaling/bewerking
Albert Vliegenthart, Jaap Bouwman
en Mathilde Groenendijk

Uitgave
KNNV Uitgeverij, Zeist 2009, i.s.m. De Vlinderstichting
15 x 21 cm, 416 pagina’s
ISBN 978 90 5011 302 1
€ 39,95

Oorspronkelijke titel
Papillons d’Europe, Diatheo 2004

Dagvlinders van Europa

Veldgids dagvlinders met determinatiesleutels


Al jaren geldt ‘de Lafranchis’ als de beste determinatiegids voor de dagvlinders van Europa. De Engels- en Franstalige uitgaven zijn bestsellers. Nu is dit boek ook in het Nederlands verschenen. Ook de Nederlandstalige editie zal zeker tot de onmisbare (vakantie)boeken van alle vlinderaars gaan behoren.

Er bestaan veel vlinderboeken, van uiteenlopende dikte en inhoud. Deze veldgids combineert alle positieve punten: hij is (redelijk) handzaam, alle Europese soorten staan erin (in de Nederlandse uitgave zelfs uitgebreid met de Canarische eilanden, Madeira, de Azoren en Cyprus), de pakweg 1400 foto’s van de 450 soorten zijn duidelijk (en kleurrijker dan in de Engelse uitgave) met zo nodig pijlen naar opvallende kenmerken en er zijn uitstekende sleutels waarin alle bijzonderheden van de soorten staan. Een complete gids, volkomen gericht op determinatie in het veld.

Bij elke soort staan ook nog eens de verspreidingsgebieden met kaartjes alsmede de biotoop waar de vlinders te vinden zijn. In een apart hoofdstuk staan per familie en soort de waardplanten vermeld. Ook hier: kort maar krachtig, geen diepgaande informatie die je in het veld mee zou moeten zeulen.

Bij de vertaling en de bewerking van Dagvlinders van Europa zijn waar mogelijk gegevens over Nederland en België toegevoegd, met name over de verspreiding. Bij Nederlandse standvlinders is bij de beschrijving een blauwe vlinder geplaatst, zodat je meteen weet of de soort in ons land voorkomt. Voor (vakantie)gangers naar de Zuid-Europese eilanden heeft Albert Vliegenthart de alleen daar voorkomende vlinders beschreven.

Herkenning van sommige soorten is slechts mogelijk aan de genitaliën; daarvan zijn tekeningen. De auteur wilde liever de oorspronkelijke wetenschappelijke namen gebruiken, daarom is er een bijlage waarin ook de wetenschappelijke namen volgens de nieuwste taxonomische inzichten staan.

Verder uiteraard met indexen van Nederlandse en wetenschappelijke namen en zelfs een checklist van alle vlinders met daarvoor een vakje om je waarnemingen aan te kruisen. Voor de ’twitchers’.

Tot slot. Ik beschik niet over ‘de Lafranchis’ (je kan tenslotte niet alle boeken hebben…). Tijdens vakanties in Zuid-Frankrijk was het vaak tobben met verschillende gidsen om alle soorten te determineren. De blauwtjes, trouwens ook de zandogen, dreven me soms tot wanhoop, in elk geval in het zweet. Met dit uitstekende boek bij of in de hand zal herkenning veel gemakkelijker zijn.

De omslag is wat slap, daarom ga ik het snel met plastic ‘kaften’ om te zorgen dat het boek bij het ongetwijfeld veelvuldig gebruik netjes blijft.

AdG, 25 november 2009