De huismus

De_huismus.jpg

Auteur
Minouk van der Plas-Haarsma

Tekeningen
Peter Vos

Uitgave
Nieuw Amsterdam Uitgevers 2009
240 pag’s, 13 x 20,5 cm, harde omslag
ISBN 978 90 468 0477 3
€ 17,95

De_huismus1.jpg

De huismus

Huismussen worden de laatste tijd dood geschreven. Als het met iets of iemand slecht gaat trekt dat nu eenmaal veel belangstelling. Boeken, publicaties, tentoonstellingen en media-aandacht. Zeker als er een mus bij een dominospelletje wordt doodgeschoten, wat natuurlijk uiterst ongepast is maar wat zich niet verhoudt tot de talloze mussen die in het veld sneuvelen.

Het boek De huismus van Minouk van der Plas-Haarsma verscheen in 1980, nu heeft ze deze versie geactualiseerd. Met daarin uiteraard de uitkomsten van recente onderzoeken naar (de sterke achteruitgang van) dit vogeltje, dat van oudsher zo behoort bij onze haard en hoeve.

De gehele geschiedenis van Passer domesticus wordt beschreven. Hoe de vogel zich in miljoenen jaren heeft verspreid vanuit Afrika naar Azië en Europa en hoe de mus door uitzetting nu in het grootste deel van de wereld voorkomt, overigens niet in onbewoonde ijskoude en hete gebieden.

De meeste pagina’s worden besteed aan de leefwijze van de huismus. Veel kleine vogelsoorten hebben jaarlijks een andere partner, huismussen verbinden zich voor het leven – met regelmatige ‘uitstapjes’.

Het hele sociale leven van de mus, inclusief de gezinsvorming, is vooral de laatste decennia uitgebreid onderzocht en levert dan ook interessante gegevens op. Uiteraard over de potentie van de man (vroeger dacht men dat hij door zijn onkuise gedrag maar een jaar leefde), over de sierlijke sociale balts (een soort collectieve bruiloft) en over alle andere denkbare aspecten van de huismus.

Hoewel mussen dicht bij mensen leven – en daardoor verzekerd zijn van een ´regelmatig´ voedselaanbod met flinke overlevingskansen – zullen mussen nooit zulke handtamme huisdieren worden als andere vogels. Behalve dan de gehandicapte Clarence die twaalf jaar lang tafel en bed deelde met Clare Kipps, een ontroerend verhaal.

De schrijfster heeft het over verschillende gradaties van albinisme: van enkele witte veren tot een hele mus. Albinisme is echter ’totaal’: een vogel is helemaal wit met rode ogen (door het ontbreken van het enzym tyrosinase). Als sommige of alle veren wit zijn, is het leucisme (tyrosinase is aanwezig maar functioneert niet overal goed).

Deze recensie schrijf ik terwijl een mussenstel in onze tuin overduidelijke activiteiten ontplooit om nageslacht in de kolonienestkast groot te brengen. Het boek krijgt hierdoor voor mij een extra dimensie. Maar het bevat voor iedereen tal van boeiende en interessante feiten over het wel en wee van onze bekendste vogel.

Het boek is populairwetenschappelijk van opzet, het is makkelijk leesbaar. Met tientallen tekeningen van Peter Vos die de huismus treffend als grappige en aandoenlijke tuinvogel neerzet.

25 maart 2009