Een eeuw vogels beschermen

Een eeuw vogels beschermen

 

Samenstelling

Frank Saris

Uitgave

KNNV Uitgeverij Zeist

i.s.m. SOVON en Vogelbescherming NL

2007, 344 pagina’s

24,5 x 29 cm, harde omslag

incl. dvd van ruim 2 uur

Historische filmbeelden van Nederlandse vogelparadijzen

ISBN 978 90 5011 237 6

Prijs

€ 47,95

Een_eeuw_vogels_beschermen

GREEP UIT DE INHOUD

* De Nederlandse avifauna door de eeuwen heen

* Sterns, van dameshoedjes naar logo Vogelbescherming

* Internationaal: van ICBP naar BirdLife

* Vergiftigingen van vogels

* Geen jacht tenzij…

* Meeuwenbestrijding in historisch perspectief

* Op de bres voor de ooievaar

* Vogelfotografie en -bescherming: van de pioniers tot de activisten

* Tijdschriften: van Vogeljaar via Lepelaar(tje) naar Vogels

* Vogelbescherming met een gekarteld randje (filatelie)

* Vogelarij, eierzoeken en vogelbescherming in Friesland

* De Waddenzee, van Mazure tot Meijer

* De moeizame weg naar vogelbescherming in Noord-Brabant

* Veranderingen in vogelstand: basis voor bescherming

BESPREKING

En langs het tuinpad van m’n vader

Zag ik de hoge bomen staan

Ik was een kind, hoe kon ik weten

Dat dat voorgoed voorbij zou gaan

Deze nostalgische strofen van Wim Sonneveld (Het Dorp) neurieden door mijn hoofd bij het lezen en bekijken van het monumentale naslagwerk over een eeuw vogelbescherming in Nederland. Ik herinner me goed dat ik als argeloze polderjongen – al weer dik een halve eeuw geleden – dacht dat mijn omgeving zou blijven zoals ze was.

Aan de slootkant liggen en naar visjes, kikkers en plantjes turen, met een bootje in de uitgestrekte rietkragen langs het riviertje De Alblas zoeken naar de nesten van karekieten, met soms een koekoek erin, de leeuweriken die boven je hoofd zongen als je in een hooihoop lag, de olijfgroene eitjes van een patrijs in een knap verstopt kuiltje.

Ach en wee, wat is alles anders verlopen dan in mijn dromen. Nederland was kapotgemaakt door de nazi’s, en mede daardoor kwam in versneld tempo een (weder)opbouw van ons land tot stand waarbij de natuur geen rol speelde. Alles ging om welvaart. Ik weet als molenaarszoon van huis uit goed hoe er gebuffeld moest worden om mee opgestoten te worden in de vaart der luxe.

Onze behoeftebevrediging is nog nooit zo groot geweest als in de huidige tijd: we leven in een periode van meer, meer en nog meer. En in al die tijd dat het ons naar den vleze ging, offerden we onze natuurlijke omgeving op, verdrongen we plant en dier voor eigen voorspoed. Slechts groepjes idealisten, versnipperd over een te groot aantal organisaties, probeerden hier en daar te redden wat mogelijk was.

Over deze strijd verhaalt ‘Een eeuw vogels beschermen’. Een overzicht vanaf eind negentiende eeuw met de oprichting van Dierenbescherming en Vogelbescherming, daarna de Eerste Wereldoorlog, het interbellum, de Tweede Wereldoorlog, de economische groei en naar het heden, waarin het (gelukkig) lijkt alsof het welbevinden van mens en dier een belangrijkere rol gaat spelen.

Het prachtig uitgevoerde boek vol mooie foto’s valt nauwelijks te recenseren. Er staat zo ontzettend veel in! Tussen de hoofdstukken door veel kaderartikelen met tal van aardigheden en wetenswaardigheden, alles soepel geschreven. Als bonus bevat de uitgave een boeiende dvd met historisch filmmateriaal, gemaakt in bekende vogelgebieden, o.a. op het beroemde vogeleiland De Beer.

Maar tussen al dit fraais door gaat het natuurlijk om de twee belangrijkste vragen: wat is er bij de vogelbescherming in het verleden allemaal goed en fout gegaan en wat kunnen wij er voor de toekomst van leren.

Als ik mezelf als (subjectieve) maatstaf neem en om me heen kijk, lijkt er van vogelbescherming in de voorbije halve eeuw (laat staan in de decennia daarvoor) niet veel terecht te zijn gekomen. Ik moet gaan zoeken naar een leeuwerikje om van zijn zang te genieten, waar ze vroeger talrijk zongen. Zelfs jagers schieten niet meer op patrijzen omdat er zo weinig over zijn. En waar zijn al die uitgestrekte rietvelden gebleven? En heidevelden, en bossen, en moerassen? De leefgebieden van tal van vogels zijn gedecimeerd.

Ook als je het boek leest moet je vaststellen dat er slechts kleine resultaten zijn behaald, hoe zwaar ook bevochten. Daarom moeten we eigenlijk de vraag stellen: wat zouden wij mensen nog overgelaten hebben van de Schepping (voor de gelovigen) of van de evolutie als al die goedwillenden (die we maar zullen bundelen in de naam Jac. P. Thijsse) niet op al dat onvervangbare moois hadden gewezen? Als de politici en de projectontwikkelaars geen tegengas was geboden?

Geen enkel misverstand, er moeten huizen zijn, fabrieken, kantoren, wegen. Maar wordt er bij het uitwerken van die noodzakelijke plannen voldoende rekening gehouden met plant en dier? Soorten die ver voor de mensen onze aarde bevolkten en dus oudere rechten hebben? Hebben wij ethisch het recht, of mogen wij van Onze Lieve Heer, zo veel schade aan Leven berokkenen?

In mijn halve eeuw bewuste beleving is dat niet gebeurd. Ook nu nog, in een tijd waarin normen en waarden (van de natuur) nadrukkelijker dan ooit belangstelling trekken, gaat de onherstelbare vernietiging van natuurwaarden door.

(Hoewel: onherstelbaar? In de week dat ik dit boek ‘uitgelezen’ had, las ik o.a. over DNA-manipulatie waardoor supermuizen zijn gecreeëerd. Wie weet zijn ‘we’ ooit nog eens in staat om uit oude botresten de dodo en andere uitgestorven dieren tot leven te wekken.)

Lijkt een eeuw vogelbescherming voor niets te zijn geweest? Je kan hooguit vaststellen dat de aftakeling van de natuur door alle acties enigszins vertraagd is, dat de vernietiging langzamer is gegaan door de inzet van natuurliefhebbers.

De les die we moeten trekken uit Een eeuw vogels beschermen is nogal vanzelfsprekend: namelijk dat de leefgebieden van vogels veel en veel beter beschermd moeten worden. Niet alleen in ons land, maar over de hele wereld, de zeeën niet te vergeten. Dat er aaneengesloten stukken groen zijn waar vogels (en andere planten en dieren) ongestoord kunnen trekken en eten. De hele flyway van (trek)vogels moet beveiligd worden, concluderen de samenstellers (met Frank Saris aan het voortouw) terecht. Ook vogelbescherming globaliseert en steeds meer wordt de nadruk op bescherming in internationaal verband gelegd.

Zonder volledige medewerking van overheden zullen beschermingsplannen onhaalbaar zijn. Hier blijft de belangrijkste strategie voor vogelbeschermers liggen: de overheden overtuigen. Dat zou – met wat hardere dwang – toch moeten kunnen als je weet hoeveel leden ‘groene’ organisaties hebben? Is die ‘macht van het getal’ in het verleden wel voldoende benut? Zitten natuurorganisaties vaak zelf niet te veel in uitkijktorens en hebben ze de betrokkenheid van de leden wel voldoende als wapen ingezet?

Die leden zouden zelf trouwens niet te te passsief moeten wachten op acties van hun natuurorganisaties maar veel meer hun stem moeten laten horen bij de (lokale) overheden, in hun eigen politieke kring. Steuntjes hierbij in de rug hierbij van hun ‘voormannen’ zouden zeer wenselijk zijn.

Zo niet? Vogels kunnen het in deze volle wereld niet op eigen houtje redden. Wij zullen met ons allen moeten zorgen voor beschermde leefgebieden. Want zonder vogels zal de aarde weer woest en ledig zijn.

SAMENVATTING

Een bijzonder knap samengestelde uitgave over de geschiedenis van de vogelbescherming in ons land. Heel veel interessante informatie die verre van dor wordt gepresenteerd, goed geëllustreerd, inclusief historisch filmmateriaal op dvd. Het klinkt afgezaagd, maar iedereen die zich (al dan niet beroepsmatig) om vogels bekommert, mag dit boek niet missen.

10 september 2007