Vogels in de vlucht

Vogels in de vlucht

Herkenning van vogels door hun gedrag

 

Schrijver

Dominic Couzens

Illustraties

Philip Snow, Tony Disley, Richard Jarvis, David Nurney en Michael Webb

Vertaling en bewerking

Ger Meesters

Uitgave

Fontaine Uitgevers, ‘s-Graveland

2004, 256 pagina’s, 15 x 21 cm

ISBN 90 5956 054 X

Prijs

€ 19,90

Vogels in de vlucht

Vogels in de vlucht_1
Een willekeurige pagina als voorbeeld: hoe ‘kruipen’ vogels langs stammen?

BESPREKING

In de meeste vogelgidsen staan tekeningen of foto’s van vogels waarbij de nadruk wordt gelegd op de verschillen in verenkleed. Op die manier zijn (vergelijkbare) soorten makkelijker te onderscheiden. Verder worden vaak de zang en de roep beschreven als hulpmiddel bij de identificatie.

De Engelse vogelaar Dominic Couzens heeft voor een andere, originele aanpak gekozen: hij beschrijft vogels op basis van hun vorm en hun gedrag, de jizz.

Hoe foerageren ze, hun vliegen ze, hoe lopen, kruipen of zwemmen ze, hoe gedragen ze zich in een groep, hoe is hun vorm, hun snavel, hun houding, omgeving, ecologie enz.

In zijn nieuwste boek, Vogels in de vlucht, heeft hij talloze van deze weetjes bij elkaar gezet. Niet in lange beschrijvende zinnen door zo’n duizend kleurentekeningen met korte bijschriften. Het is door dat grote aantal plaatjes een gezellig ‘druk’ boek geworden, elke pagina staat boordevol informatie, leuk vormgegeven en leerzaam om in te snuffelen.

Een paar willekeurige maar wel illustratieve voorbeelden. “Vleugelslagen Turkse tortel in onregelmatige reeksen. Zomertortel als Turkse tortel in vlucht, draait in lange vluchten van zij op zij, wat zeer kenmerkend is.” Goudplevier: “Staat meer rechtop dan kievit. Waadt niet, trappelt met poten.” Zilverplevier: “Ziet er staand vaak ineengedoken en treurig uit. Trappelt niet met poten.”

Ook van minder algemene soorten worden kenmerkende jizz-verschillen genoemd. Bij de Starrevaart zitten ’s winters vaak waterpiepers, soms een oeverpieper. Het volgende is dan handig om te weten. Oeverpieper: “Tam, kan dicht benaderd worden. Vliegt na te zijn opgejaagd laag/niet ver weg.” Waterpieper: “Zeer schuw, moeilijk te benaderen. Vliegt hoog en ver weg na te zijn opgejaagd (vaak achter waarnemer).”

En zo worden over alle Europese broedvogels en veel trekvogels in het kort de specifieke kenmerken en de verschillen met andere vogels vermeld. Een bijzonder aardig en interessant boek.

SAMENVATTING

‘Vogels in de vlucht’ is een heel originele gids om vogels te herkennen op basis van vorm, gedrag en ecologie, aan de hand van honderden tekeningen en korte, duidelijke bijschriften. Het boek is een prima aanvulling op de gebruikelijke gidsen waarin verenkleden en geluiden worden toegelicht.

 

5 juli 2004