Nov01_14

Woensdag 14 november 2001 – Kleine en grote zilver

Een kleine zilverreiger in onze contreien is geen alledaagse verschijning. Het is het kleine, ranke broertje/zusje van de grote zilverreiger, ook geen vogel die je elke dag ziet, hoewel een handvol van deze witte reigers hier rondzwerft. Ben ik vanmiddag een kleine zilverreiger aan het filmen in de ‘Zwetpolder’ bij de Zuidbuurt – prachtig zonlicht maar het weerkaatst zo sterk op het zilver dat het lastig is mooie beelden te maken – zie ik vanuit m’n ooghoek nog iets witachtigs in het slootje, warempel, op een paar meter afstand verschijnt opeens een grote zilverreiger! In een Hollands slootje, tussen de knobbelzwanen, plannen voor een behaaglijke overwintering aan de Rivièra vergeet ik spontaan.

Het lukte me niet beide reigers in een beeld te vangen. Ik schroefde nog wel snel een minder zware telelens op m’n videocamera, maar de kleine schrok zo van de grote, dat hij/zij opvloog en richting Noord Aa bij de Weipoort verdween. De grote bleef nog even vissen, het viel me op dat de kleine zilverreiger in een aanzienlijk hoger tempo visjes uit het water wist te plukken dan de grote.

Kleinezilverreiger141101

Grote en kleine zilverreigers (foto boven en hieronder) zijn in winterkleed makkelijk te onderscheiden: de slanke kleine reiger heeft een zwarte snavel (en opvallend gele tenen) en de grote zilver heeft een gele snavel (in paartijd zwart). Een grote zilverreiger is even groot als een blauwe reiger, de kleine zilver is wel zo’n twintig tot dertig centimeter korter.

KleinezilverreigerA141101

Grotezilverreiger141101

Grote zilverreiger met opvallend gele snavel.

GrotezilverreigerA141101

GrotezilverreigerB141101

Zoals gebruikelijk de laatste dagen was ik m’n ritje begonnen bij de Hazerswoudsche Droogmakerij, waar kleine zwanen (vandaag 88+20) zich te goed doen aan bietenresten. In de Generale Polder zaten er 13+5, in Polder Nieuw Groenendijk Polder 33+1 (waarschijnlijk meer, niet te zien omdat er ook in slootjes zwommen) en in de Westbroekpolder 7, een dagtotaal van 161. Ten noorden van de Vierheemskinderenweg zaten zo’n 150 wulpen.

Het was heerlijk weer, laarzen waren wel hard nodig voor een wandeling door het Prielenbos en omgeving. Heel stil, wat meesjes, roodborsten, merels, winterkoningen en dan had je het wel gehad, 2 grote bonte spechten probeerden een wilg om te hakken. Een late atalanta zat heerlijk op een brandnetel te zonnen. In de Noordhovense -en Benthuizer Plas was heel weinig te beleven, de nieuwe ‘landinrichting’ moet de vogels nog lokken.