Vogeldagboek©


Woensdag 9 januari 2002 - Veertien krooneenden

De Starrevaart lag, na een flinke nachtvorst, helemaal dicht. Slechts een paar groepjes vogels waagden zich op het ijs, daartussen 18 pijlstaarten, 2 bonte strandlopers, 7 kemphanen en 1 bonte kraai. De kraai zocht een poosje tevergeefs naar voedsel op het ijs en vloog vervolgens naar de Meeslouwerplas, die lag nog geheel open en daarheen waren veel vogels gevlucht.

Bontekraai090102
Vroeger kwamen veel meer bonte kraaien (Corvus cornix), broedvogels van Noord- en Oost-Europa, overwinteren in het westen dan tegenwoordig. Een stormmeeuw houdt de bonte vogel in de gaten.
BontekraaiB090102

Meeuw_doodA090102
Vorst betekent vaak het einde van zwakkere dieren, zoals van dit meeuwtje (ik denk een stormmeeuw) aan de zuidkant van de vogelhut.

Koperwiek090102
Op de kade naar de hut zochten diverse kramsvogels en koperwieken (Turdus iliacus) (foto) naar voedsel.

Drie waterrallen riepen in het gebied tussen Kniplaan en Meeslouwerplas, daar hadden zich grote groepen smienten en kuifeenden verzameld. Een eenzame zwarte ruiter was moeilijk zichtbaar tussen het riet, 3 dodaarzen doken regelmatig onder, 6 nonnetjes (1 man) waren fraai aanwezig maar de show werd vandaag gestolen door 14 krooneenden, 8 fraaie mannen en 6 vrouwtjes. Vrouwtjes hebben een roodachtige vlek op de snavel, de snavel van jonge krooneenden zijn geheel donker. Ook in Nederland broeden krooneenden, die overwinteren in warmere oorden.

Krooneend_mavr090102
Man (links) en vrouw krooneend (Netta rufina, male left), kleurrijke verschijningen in een winters landschap.

De kleine zwanen lijken ook (tijdelijk?) naar open water te zijn gevlogen, want ik kon maar op één plaats een groep vinden, 42 adulte vogels in de Grote Polder bij Zoeterwoude. In een inmiddels nevelig wordende De Wilck zat 1 slechtvalk en een grote zilverreiger in Benthuizen was de laatste 'leuke' vogel van een tripje op een zonnige en windvrije winterdag.