Vogeldagboek©


Maandag 22 april 2002 - Paarden

Wat me het meest opviel in het vogelwalhalla Oostvaardersplassen waren de paarden. Zelfs in de Camargue had ik nog nooit zoveel van die edele dieren bij elkaar gezien. Honderden! Vanaf het Jan van den Boschpad had ik, ondanks de heiige lucht, een prachtig uitzicht op een kudde Konikpaarden, toen ik bij 150 was zag ik nog zoveel hoofden en benen, dat ik maar gestopt ben met tellen. Ik vroeg me af of het niet wat erg veel paarden waren voor zo'n gebied.

Trouwens alles in de Oostvaardersplassen is natuur tot in de zoveelste macht. Een 'groepje' brilduikers, zo'n dertig stuks, kluten in vele tientallen, aalscholvers, duizenden? Omdat een onwillige knie me toch niet veel beweegruimte gunde, heb ik dat spektakel eens op m'n akkertje zitten bekijken, bij een vogelhut langs de Knardijk.

Steeds weer doemden in de verte, vanaf het IJsselmeer, slierten van die grote zwarte vogels op, richting kolonies, want er wordt volop gebroed. Het leken wel groepen belhamels die van een geslaagd schoolreisje terugkwamen en door het dolle heen waren, vogels vol voedsel (arme vissers....) voor vrouw en kinderen. Telkens veranderden ze van samenstelling, dan weer in een langgerekte rij, of in een brede linie, een V-vorm was ook populair, dan viel de groep in frivole formaties uiteen. Een fascinerend gezicht. Soms had ik het gevoel dat ze het voor mij deden!

Verder te veel vogelsoorten om op te noemen. Heel veel rietzangers, een kleine karekiet, ook al een spotvogel, dwergmeeuwen, groenpootruiters. lepelaars, grote zilverreigers die hun gele wintersnavel hebben ingewisseld voor een donkere, een prachtige zwarte roodstaart in het zonnetje, bruine kiekendieven, grote aantallen pullen van de grauwe gans, ik heb niet alle soorten genoteerd. Een bijzondere waarneming vond ik de balts van een blauwborst, op zo'n twintig meter voor me op het wandelpad, hoog op de poten, kop voluit gestrekt waardoor de blauwe borst extra opviel, de roestrode staartvlek uitnodigend zichtbaar, het vrouwtje liet zich snel verleiden.

Na deze overvloed vanavond even afgekickt - en afgekoeld - bij de Wilckplas. Een baltsende kleine plevier liet zijn oogverblindend witte borstveren zien aan een vrouwtje, dat was genoeg voor een paring. Ook grutto's ondernamen pogingen maar met die lange poten ging dat niet altijd even gemakkelijk af, visdiefjes bedreven de liefde, er cirkelden er 6 rond. Verder o.m. 1 oeverloper, 4 kemphanen en 3 mannen en 1 vrouw zomertaling.

Opvallend was het verschil in tint tussen een vrouwtje zomer- en wintertaling: het kleinere wintertalinkje was merkbaar donkerder dan de zomertaling, waarvan de uiteinden van de vleugelveren duidelijk lichter waren. Dit vrouwtje zomertaling had opvallend genoeg een nauwelijks zichtbare oogstreep, een kenmerk waardoor je deze dames meestal makkelijk herkent in grote groepen eenden.