De Nederlandse breedvoetvliegen en basterdbreedvoetvliegen

Nederlandse_breedvoetvliegen.jpg

Auteurs
Menno Reemer & Herman de Jong

Uitgave
Nederlandse Entomologische Vereniging,
Naturalis Biodiversity Center en
Kenniscentrum EIS, 15 december 2016
136 pagina’s, 17 x 24 cm
€ 15
ISSN 1875-760x
Bestellen bij EIS

Plattetonderzwam_Tepelgal051011_recensie.jpg
Tepelgallen op platte tonderzwam. Prielenbos.

De Nederlandse breedvoetvliegen en
basterdbreedvoetvliegen
(Platypezidae & Opetiidae)

Entomologische Tabellen 10

Breedvoetvliegjes leggen hun eieren op zwammen. De larven ontwikkelen zich in die zwam en verpoppen zich in de strooisellaag eronder. Meestal is van dit proces niets of niet veel te zien, behalve bij de platte tonderzwam. De tonderzwambreedvoetvliegjes veroorzaken (tepel)gallen in de tonderzwam en als daar gaatjes inzitten, hebben de larven de zwam verlaten.

Dit is mijn enige ervaring (zie foto) met breedvoetvliegen en basterdbreedvoetvliegen. De vliegjes zijn zo klein (1,5 tot 6 mm) dat ze niet opvallen. Bovendien wordt er nauwelijks aandacht aan ze besteed, wellicht brengt de uitgave van deze eerste Nederlandstalige gids over de breedvoeten daarin verandering.

Breedvoetvliegjes zien er volgens de auteurs ‘ietwat gebocheld’ uit omdat hun kop vrij laag is geplaatst. Een belangrijk veldkenmerk is dat de vliegjes over blaadjes rennen, nu en dan stilstaan om te eten, aan de rand van het blad teruggaan (niet onder het blad kruipen!) of naar een ander blad vliegen. Ze hebben een voorkeur voor grote bladeren: esdoorn, hazelaar, tamme kastanje, braam.

Rookvliegjes behoren ook tot de breedvoeten, zijn zeer klein en worden vrijwel uitsluitend waargenomen in de rook van vuur. Zoals gezegd leggen de breedvoetvliegen hun eitjes op zwammen, waarbij ze een uitgesproken voorkeur voor bepaalde soorten paddenstoelen lijken te hebben. Handig is de tabel van waardzwammen en hun gastvrouwen.

De opzet van deze tiende Entomologische Tabel is zoals de vorige. Met een goede loep (minimaal 10x) en de determinatietabel zullen de meeste vliegen op naam zijn te brengen. Daartoe dienen uiteraard ook de uitgebreide beschrijvingen, grafieken met vliegtijden en verspreidingstabellen.

Op de naam tonderzwambreedvoet na zijn alle Nederlandse namen speciaal voor deze gids verzonnen. Die namen zijn afgeleid van de wetenschappelijke naam, verwijzen naar de waardzwam of naar de kleuren of de tekening van het insect. Spectaculair zijn die namen niet, al mag een vliegje van 3 mm best tevreden zijn met de welluidende naam ‘elegante dwergelfenbreedvoet’.

Met deze Entomologische Tabel kunnen alle 36 in Nederland bekende breedvoeten op naam worden gebracht, evenals twaalf uit aangrenzende landen. Net als de vorige gidsen over insecten en andere ongewervelden een informatieve en stimulerende gids. De belangstelling voor dit soort diertjes zal (sterk) toenemen nu er steeds meer uitstekende beschrijvingen en afbeeldingen over beschikbaar komen, waardoor determinatie vergemakkelijkt wordt.

AdG, 13 januari 2017