Op een oude polderbrug met zware balken en planken waar overal spleten tussen zaten,
speelden maandagmiddag twee hermelijnen verstoppertje. Dan kwam er hier een kopje
boven de planken uit, dan weer op een andere plek. Soms renden ze wild achter elkaar aan
of maakten ze bokkensprongen. Meestal zat één van de twee onder de brug en probeerde
de ander hem op te sporen, door te kijken, te luisteren en vooral vaak te snuffelen.
Geursporen? Het spelletje duurde twaalf minuten, toen was het ineens voorbij.

Helaas is het me niet gelukt om ze allebei op één foto te krijgen, daarvoor ging alles te vlug.
Omdat ze telkens op andere plaatsen opdoken, kon ik achteraf ook niet vaststellen ‘wie wie was’
en of er tussen het tweetal een zichtbaar verschil was. Mogelijk waren het nog jonge dieren.

Een tijdje geleden vroeg ik of lezers me konden helpen met een verklaring voor ‘kegelen’.
Dat zegt men van dieren die op hun achterpoten gaan staan om de omgeving te verkennen.
Veel dieren doen dat, maar in het veld zie je dat vooral van wezels, hermelijnen en hazen.

Als dieren rechtop gaan staan, kan je met enige fantasie zeggen dat ze een kegelvorm aannemen.
De oorsprong van zo’n oud woord achterhalen, zal niet makkelijk lukken. Diverse bronnen wijzen
naar Duitsland, waar het al lang geleden door jagers werd gebruikt. Een lezeres vond zelfs
op de website van het Bayerische Jagdverband een afbeelding van een haas die een kegel maakt.
En hazen die op hun tenen gaan staan, die ‘bauen ein Männchen’, wat dat ook precies betekent.