Het Leven van Paddenstoelen & Schimmels

Het Leven van Paddenstoelen
& Schimmels

ecologie, biologie, nut
meer dan 800 unieke beelden
verbazingwekkende verschijningsvormen

Leven_Paddenstoelen_Schimmels

Auteur
en meeste foto’s:
Jens H. Petersen

Vertaling
Ger Meesters

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2013
22 x 28 cm, 266 pagina’s, harde omslag
ISBN 978 90 5011 453 0
€ 29,95

Oorspronkelijke titel
I svampenes rige
Gyldendal 2012

Het schimmelrijk kan je beter het schimmenrijk noemen. Er zijn nog zo ongelooflijk veel schimmels te ontdekken, er is nog zo ontzettend veel schimmig. Over de gehele wereld zijn zo’n honderdduizend schimmelsoorten bekend. Volgens schattingen bestaan er tussen de 1,5 tot 5 miljoen schimmels, dus moet nog 93% worden ontdekt!

Helaas sterven in hoog tempo veel schimmels uit nog voordat ze ontdekt zijn. En dus nog voordat we weten wat voor nuttige stoffen ze voor de mensheid hebben. (Dat geldt uiteraard voor alle – bedreigde – levensvormen.) Zo is pas een tiental jaar geleden in Ecuador een triltong gevonden (de Amazonian Mystery Tongue) met onbekende eigenschappen. Wie weet wat daarmee allemaal gedaan kan worden, vraagt de bezorgde auteur zich af, tegen kanker, om stro in biobrandstof om te zetten, of… Maar bij de huidige sterke afname van de biodiversiteit komen we dat wellicht nooit te weten.

Los van deze sombere boodschap kan je het boek van de Deense mycoloog en fotograaf Jens H. Petersen een feest noemen. Ruim achthonderd foto’s van uitstekende kwaliteit met schimmels en vooral van de vruchtlichamen van schimmels: zwammen of paddenstoelen. Het boek is niet bedoeld voor determinatie, maar de foto’s zijn zo talrijk en gedetailleerd dat je het wellicht toch kan gebruiken als je een bijzondere waarneming niet kan oplossen.

In het inleidend gedeelte worden algemene wetenswaardigheden toegelicht, zoals het leven van schimmels, wat zijn schimmelsporen en schimmeldraden, verwantschappen en ongeslachtelijk leven. Begrippen als ‘edele rotting’ om zoetere wijn te verkrijgen komen aan de orde, de fascinerende uitloperschimmels als voorbeeld van ongeslachtelijke schimmels die gebruikt worden in de biotechindustrie (productie van o.m. citroenzuur en medicijnen).

Het grootste deel van het boek is een ‘rondleiding door de diversiteit van vruchtlichaampjes’, van paddenstoelen of zwammen dus. Een eenvoudige grafisch weergegeven sleutel geeft inzicht in deze verscheidenheid. En dan is het bladeren en genieten van de afbeeldingen en de beschrijvingen van geslachten zoals de Cordyceps die insecten infecteren en doden, over de heerlijke truffels waarvan er ook veel oneetbaar zijn, over de bizarre groep van de stinkzwammen die insecten met onaangename geuren lokken om hun sporen (zaden) te verspreiden.

Het slot gaat over de vraag waarom we zwammen/paddenstoelen nodig hebben. Niet alleen omdat ze mooi zijn en omdat het onmisbare opruimers in de natuur zijn, maar zwammen vormen ook een belangrijke voedselbron en door hun gigantische ondergrondse netwerk voeden ze de ecosystemen.

Een boeiend en zelfs meeslepend boek over paddenstoelen en schimmels dat door de begrijpelijke schrijfwijze voor iedereen goed te volgen is.

AdG, 12 april 2013