Veldgids Europese zoogdieren

Veldgids_Europese_zoogdieren.jpg
Veldgids_Europese_zoogdieren_egel.jpg

Auteurs
Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek
en Jan Piet Bekker

Illustraties
Peter Twisk

Foto’s
Rollin Verlinde

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2010
m.m.v. Zoogdierenvereniging
368 pag’s,13 x 21,5 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 260 4
€ 32,95

Veldgids Europese zoogdieren

Als je dit boek oppakt en openslaat, weet je meteen dat je een fantastische natuurgids in handen hebt. Je bladert even en ziet heel veel plaatjes, tabellen, verspreidingskaarten, afbeeldingen van schedels, korte stukken tekst bij de determinatietekeningen, langere teksten waar dat nodig is. Die eerste indruk blijft stevig overeind staan bij het uitgebreid doornemen van de gids.

Ook in deze KNNV-veldgids ligt het accent op herkenning via afbeeldingen van 211 in Europa levende zoogdieren, met uitzondering van de meest oostelijke Europese gebieden (o.m. Rusland, Turkije).

Uiteraard zijn van alle dieren tekeningen plus van de meest voorkomende soorten ook foto’s afgedrukt, specifieke kenmerken (bijvoorbeeld oren van vleermuizen) krijgen aandacht en heel uitgebreid worden schedels incl. gebitten afgebeeld en beschreven. Uitwerpselen en pootafdrukken zijn vrij summier opgenomen, daarvoor moet je naar gespecialiseerde diersporengidsen, zoals de
Veldgids Diersporen van mede-auteur Annemarie van Diepenbeek.

Uiteraard bestaat verreweg het grootste deel uit de soortbeschrijvingen. Daarbij wordt een vast patroon gevolgd. Eerst de Orden (insecteneters, vleermuizen, knaagdieren, roofdieren enz.), dan de Families en eventueel Onderfamilies.

Als voorbeeld nemen we de Familie Egels uit de Orde der Insecteneters. Eerst wordt kort beschreven wat insecteneters zijn, vervolgens komt er een iets uitgebreidere uitleg over de Familie Egels. Daarbij wordt uiteraard de opvallende kringspier (vermogen zich op te rollen) uitgelegd en zijn er afbeeldingen van een uitwerpsel, voor- en achtervoet en van een prent.

Hierna volgt Herkenning Egels (zie afbeelding hiernaast). Dat zijn de pagina’s waarop de zoogdieren staan met tekeningen, zonodig inclusief opvallende kenmerken, gevolgd door korte beschrijvingen. Dit zal voor veel dieren al voldoende houvast opleveren om ze te determineren. Daarna komen de schedels uitgebreid aan de orde. Begrijpelijk omdat vaak schedels gevonden worden en omdat er diersoorten zijn die slechts daaraan herkend kunnen worden.

Ten slotte volgt een diepgaander bespreking van de soorten, met beschrijving van de dieren (een volwassen egel heeft tussen de 8100 en 8700 stekels), in welke habitat ze leven, waar ze voorkomen (met
verspreidingskaarten), hoe hun leefwijze is en hoe en waar je ze kan waarnemen.

In ons land algemeen voorkomende soorten worden uitgebreider behandeld. Tot slot is er een hoofdstukje over grote grazers die in natuurgebieden zijn uitgezet.

Dit is een prachtige, zeer informatieve en doelgerichte Veldgids, waarmee KNNV Uitgeverij bevestigt dat haar serie Veldgidsen tot de top van de Nederlandstalige natuurboeken behoort. En wat een
ongelooflijk verschil met mijn eerste dierenboek: Zie en Ken, Alle zoogdieren van de wereld, zo’n zestig jaar geleden uitgegeven…

AdG, 1 februari 2010