De Nieuwe Veldgids Dagvlinders

De_Nieuwe_Veldgids_Dagvlinders.jpg

Auteurs
Irma Wynhoff, Chris van Swaay,
Kars Veling en Albert Vliegenthart

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2009
i.s.m. De Vlinderstichting
328 pagina’s, 13 x 21,5 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 292 5
€ 34,95

De_Nieuwe_Veldgids_Dagvlinders1.jpg
Fragment uit het boek:
verschillen tussen vleugelpunten witjes

 

De Nieuwe Veldgids Dagvlinders

Het kan allemaal steeds mooier, steeds beter, steeds functioneler. En ook deze Nieuwe Veldgids Dagvlinders, de opvolger van de toch al prima Veldgids Dagvlinders, is beter dan zijn voorganger, maar zal op enig moment weer verbeterd worden, allemaal met het doel om de determinatie van dagvlinders (in Noordwest-Europa) te vergemakkelijken.Steeds meer kennis komt er beschikbaar, deskundigen zetten al die informatie om in leesbare vorm voor de liefhebbers. Zo hoort dat natuurlijk.

Het aantal besproken vlindersoorten is met 148 nagenoeg gelijk gebleven, toch is de Nieuwe Veldgids ruim honderd pagina’s dikker (en uiteraard ook duurder, tien euro), ruimte die voornamelijk wordt ingenomen door honderden fotootjes (niet in de vorige editie) en uitgebreide besprekingen van opvallende kenmerken.

Vlinderaars zullen veel plezier beleven aan de uitvoerige herkenningstabellen en de tekeningen van de karakteristieken; een sterke verbetering.

Het uitstekend uitgevoerde boek valt nog net in de categorie ‘veldgids voor in je rugzak’, want het is een flinke pil geworden, hoewel er fors is bezuinigd op het letterkorps en op de inleidende pagina’s. Ook het hoofdstuk Gedragscodes (vervangen door één regel) is helaas vervallen. Maar als het boek nog dikker zou worden, zou je het geen veldgids meer kunnen noemen.

De uitbreiding komt vooral door de vele foto’s van levende vlinders. Dat is overigens een onderdeel waaraan nog wel wat te verbeteren valt. Er zijn toch zeker betere foto’s van de dagpauwoog (ook van de opgezette exemplaren) te verkrijgen, of van het tijgerblauwtje, om enkele voorbeelden te noemen. Veel foto’s zouden in de beschikbare ruimte ook groter afgedrukt kunnen worden, dat zou de helderheid ten goede komen.

Zoals gezegd is de nadruk terecht komen te liggen op het aangeven van karakteristieken. Dit is naar mijn beste weten het eerste (‘populaire’ Nederlandstalige) boek waarin de verschillen tussen het zwartspriet- en het geelsprietdikkopje begrijpelijk zijn vastgelegd.

Dat geldt ook voor de lentegeneratie en de zomergeslachten van groot en klein koolwitje en van klein geaderd witje, met duidelijke afbeeldingen. Alle families, zeker ook de lastige blauwtjes, hebben zo typerende wetenswaardigheden meegekregen. Alleen al het lezen ervan is een kleine ontdekkingsreis.

Na deze loftrompet zal mijn conclusie niet verrassend zijn: de Nieuwe Veldgids Dagvlinders biedt behalve de vele foto’s een keur aan duidelijk weergegeven kenmerken waardoor het determineren van onze vlinders in het veld een stuk makkelijker en aangenamer zal verlopen.

AdG, 10 april 2009