Dec01_06

Donderdag 6 december 2001 – Negen boterbuiken

It’s in the air! Je voelt het, je ziet het: de lucht wordt stabieler, helderder, kouder, de noordelijke overwinteraars die door het zachte weer nog twijfelden af te reizen naar de Rijndelta, komen er aan. In de brede Westvaart, langs de Vierheemskinderenweg, zwommen vanmiddag maar liefst 9 grote zaagbekken, 5 mannen en 4 vrouwen. Zo’n grote groep zie je niet vaak in een sloot. Op de Starrevaart de kleinste van de familie zaagbek: een vrouwtjes nonnetje, de fraaie mannen zullen dra volgen.

Nonnetje061201

Aan haar kuif is goed te zien dat dit nonnetje tot de familie zaagbekken hoort.

De dag was goed begonnen. Op m’n wandeling naar de garage vergezelde een groepje staartmezen me. De kleine zwanen zaten verspreid op bietenvelden in de Droogmakerij: 108 (81 ad + 27 juv) ten zuiden van Hazerswoude-Dorp en 81 (71+10) ten zuiden van Hoogeveen/Benthuizen. Twee kleine zwanen aten liever aardappels in de Benthuizer Noordpolder. In De Wilck lieten de slechtvalken zich op de hekken zien.

Aan de westzijde van de Starrevaart zat een roerdomp hoog in het riet te zonnen, een merkwaardig gezicht. Nog mooier moet het geweest zijn voor de vogelaars die vanmorgen bij de Amaliahut een roerdomp zagen zwemmen! Op de vogelplas was het erg onrustig. Een buizerd vloog regelmatig wat heen en weer bij een prooi, zo te zien was het een smient, ook een andere buizerd liet zich zien, evenals een slechtvalk. Doordat de vogels steeds opvlogen, viel het niet mee de goudplevieren te tellen, het waren er 420. Nu het kouder wordt, zullen ze snel vertrekken. Daarentegen waren er al weer 52 scholeksters, er zullen binnenkort heel wat meer van die bonte lawaaimakers zijn. Op de Starrevaart verder o.m. 1 dodaars, 1 vr brilduiker, 144 wulpen, 3 rosse stekelstaarten, 8 zwarte ruiters, 2 kemphanen en 34 bonte strandlopers.

Buizerd061201

Deze buizerd zorgde regelmatig voor onrust op de Starrevaart.

Stormmeeuw061201

Niets is zo verwarrend als meeuwen met al hun verschillende kleden. Dit is in elk geval een stormmeeuw die z’n tweede winter ingaat, met dat opvallende bandje op z’n snavel.