December 1999(vervolg)

27-31 december 1999

27 december 1999 – Reeuwijkse Plassen

Wezen wandelen met Aad Z. Auto geparkeerd bij restaurant aan rand Reeuwijkse Hout, wandeling rond de ‘surfplas’: Broekvelden en Vettenbroek. Stevige wind, droog weer. Heel veel smienten, prachtig gezicht als je die groepen op het water ziet binnendwarrelen. Toen ik bij de kijkwand aan de oostkant van de plas voor de grap zei: ik tel er 1782, zei een lokale vogelaar die met een maat op Amerikaanse smienten aan het loeren was (gisteren daar gezien): vermenigvuldig dat maar met tien! Maar liefst enkele tientallen brilduikers, zowel mannetjes als vrouwtjes. Ook veel grauwe ganzen, grote groepen overtrekkende kolganzen en zeven kleine zwanen.

28 december 1999 – Starrevaart

In zo’n vakantieweek komen er behoorlijk wat vaders en/of moeders met hun kinderen naar de hut. ’t Kan erg genieten van hun enthousiasme als ze door m’n telescoop de vogels van dichtbij kunnen bekijken. Eén vader wist niet meer hoe hij het had toen hij veertien ‘nieuwe’ soorten kon noteren!

Een jonge slechtvalk heeft tweemaal, met een tussenpauze van pakweg een uur, boven de plas gejaagd. Beide malen nét geen prooi. De aftocht ging ook beide malen over de rijksweg naar het zuidoosten. ‘k Neem aan dat het dezelfde was, heb de eerste maal enkele minuten kunnen kijken, de tweede maal pakweg een halve minuut, maar geen opvallende verschillen geconstateerd.
Verder op Starrevaart o.a. drie geoorde futen, vijf nonnetjes (1 man) en een bonte kraai. En weer die ‘hybride’ sneeuwgans met rond kopje van sneeuwgans, zwarte verticale streep achter op kop en veel blauwgrijs op vleugels, geen zwarte handpennen.

bonte kraai 1, brilduiker 1, geoorde fuut 3, kleine zwaan 1, nonnetje 1 m 4 v, slechtvalk 1, watersnip 1, wulp 5

30 december 1999 – Autotochtje met Aad

Autotochtje met Aad Z. Eerst naar polder De Noordplas ten zuiden van Hazerswoude-Dorp. Geen kleine zwanen. Zodra er geen gerooide akkers meer zijn, zitten kleine zwanen volgens Aad verspreid over de polders.

Op hoogspanningsmasten 59 (ten noorden van Amalia 2) en 58 (ten zuiden van het hutje) langs Vierheemskinderenweg zat echtpaar slechtvalk. Een van de valken had prooi mee naar boven gesleept. Beide vlogen later weg. Verder o.a. twee buizerds en wat wulpen. Ten noorden van Vierheemskinderenweg een tiental kleine zwanen. In Lagenwaardse Polder ten noorden van Koudekerk a/d Rijn enkele honderden kolganzen met daartussen rietganzen. Aan einde Weipoort tegen Plas van Wiegel zaten in de Gelderwoudse Polder o.a. drie zwarte zwanen, de zes ‘Wilck-sneeuwganzen’, twee buizerds, twee Grote Canadese ganzen en een paar grauwe ganzen. Bij De Wilck twee grote zaagbekken, man en vrouw

31 december 1999 – Noord Aa

Een oudejaarswandelingetje gemaakt in het gebied bij de Noord Aa. In een paar uurtjes zo’n veertig verschillende vogels gezien. De wandeling begon ‘aardig’ met een grote bonte specht die uit de Plas van Wiegel het vrije veld invloog. Daar zaten trouwens flink wat smienten, maar vooral toch wilde eenden.

Verder o.a. in willekeurige volgorde kauw, zwarte kraai, kuifeend, meerkoet, waterhoen, fuut, blauwe reiger, grauwe gans, nijlgans, buizerd, torenvalk, houtduif, aalscholver, fazant, kievit, scholekster, pimpelmees, koolmees, roodborst, flink wat winterkoninkjes (meeste uiteraard alleen maar gehoord), zilvermeeuw, kokmeeuw en stormmeeuw, gaai, ekster, spreeuw, heggenmus. Misschien vergeet ik nog wat.

Ik stond juist naar een paar kleine zwanen tussen de knobbelzwanen te kijken die in de “Drooggemaakte Geer- en Kleine Blankaardpolder” (richting Stompwijk) zaten, toen ik er vlakbij een grote zilverreiger zag zitten! Even in de kijkhut geweest, in het zgn. Plan Wielewaal, is echt een heel aardig plekje. Er zal wel iets op verzonnen moeten worden om ongemerkt in die hut te komen, anders vliegt alles weg als er iemand loopt.

Vervolgens verder het Prielenbos in, heel nat en dus niet onverwacht dat ik een waterral in de kijker kreeg. Maar kort, want het beestje dook dieper het bos in vanwege twee wat hard pratende wandelaars (met hun zondagse schoenen en keurige pantalon onder de modder!). Uit het Prielenbos via een heel drassig weilandje overgestoken naar de plas Noord Aa. Daar was op zich niet veel bijzonders te zien. Maar wél in het ondergelopen wilgentenenbosje (dat geheel is omheind) en waaruit zomers zoveel mooie vogelgeluiden klinken. Eerst de roep van (opnieuw) een waterral, dat karakteristieke, langzaam wegstervende krie, krie krie.

Ik op kousenvoeten langs dat bosje gelopen in de hoop een glimp van de ral op te vangen, bijna zeker wetend dat een speld in de hooiberg makkelijker te vinden is. Hoewel het erg rustig was, kwamen er op dat moment weer twee wandelaars aan, en hun honden kwamen naar me toe rennen. Daardoor en tot hun en mijn schrik vloog vlak voor me, aan de rand van het wilgenbosje, een vogel met een lange snavel op, onmiskenbaar een snip, minder snel heen en weer schietend dan een watersnip en duidelijk groter, een houtsnip.

Na m’n wandeling nog eventjes naar De Wilck. Onderweg gestopt omdat ik twee zilverreigers vlak bij elkaar in de Oostbroekpolder zag zitten. ‘k Stond een poosje te kijken, toen ze onrustig het luchtruim zochten, evenals de vele meeuwen en tientallen wulpen: er vloog een havik over met duidelijk vreedzame bedoelingen! Toen alles gekalmeerd was, waren de zilverreigers weer dicht bij elkaar een eind verderop gaan zitten.

‘k Kreeg zoetjesaan honger, dus maar kort in De Wilck. Ten noorden liep een tiental uitgeschoten jagers op weg naar huis. Er zat een zestigtal kleine zwanen, het was voor het eerst dat ik ze in De Wilck zélf zag. Er was trouwens ook nog een zanglijster aan het foerageren! Verder veel aalscholvers en smienten, maar deze keer geen grote zaagbekken. Bij thuiskomst in de tuin een huismus als toetje!